Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Briggs & Stratton 2691184-00 Bedienungsanleitung Seite 124

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 30
Opmerking: Denk eraan dat deze waarden iets kunnen afwijken
van de maximale bandenspanning die op de zijkant van de
banden staat vermeld.
De accu en accukabels reinigen
WAARSCHUWING
Als u de accukabels plaatst of verwijdert, moet u de negatieve
accukabel EERST loskoppelen en als LAATSTE terug
aansluiten. Doet u dat niet, dan bestaat de kans op kortsluiting
tussen de positieve pool en een stuk gereedschap.
1. Maak de kabels los van de accu; eerst de minkabel (-).
2. Verwijder de accubeugel en de accu.
3. Maak het batterijvak schoon met een oplossing van soda
en water.
4. Maak de polen van de batterij en de uiteinden van de kabels
schoon met een staalborstel en schoonmaakmiddel voor
batterijpolen tot ze glanzen.
5. Breng de accu weer aan in het accuvak en zet deze vast
met de accubeugel.
6. Breng de batterijkabels weer aan en begin met de positieve
kabel (+) (A, B, Afbeelding 7).
7. Breng een laagje petrolatum of niet-geleidend smeervet
aan op de uiteinden van de batterijkabels en polen.
De accu opladen
WAARSCHUWING
Houd open vlammen en vonken uit de buurt van de accu; de
uit de accu ontsnappende gassen zijn zeer explosief. Zorg
voor een goede ventilatie tijdens het laden van de batterij.
Een lege accu of een accu die te zwak is om de motor te starten
kan het gevolg zijn van een defect in het laadsysteem of in een
ander elektrisch onderdeel. Als u twijfelt aan de oorzaak van
het probleem neemt u contact op met uw dealer. Als u de accu
moet vervangen, volg dan de stappen in het gedeelte . De accu
en accukabels reinigen .
Om de accu op te laden volgt u de aanwijzingen van de fabrikant
van de acculader en neemt u alle waarschuwingen in acht die
u in de veiligheidsvoorschriften van deze handleiding vindt.
Laad de accu tot deze volledig is opgeladen. Laad niet op met
een vermogen van meer dan 10 ampère.
Remtijd van het maaidek controleren
WAARSCHUWING
Als het maaiblad niet binnen 5 seconden helemaal stopt ,
moet de koppeling worden afgesteld. Gebruik de machine
niet voordat de juiste afstelling is uitgevoerd door een erkende
dealer.
124
De maaibladen en de aandrijfriem van het maaidek moeten
volledig tot stilstand komen binnen de vijf seconden na het
uitschakelen van de elektrische PTO-schakelaar. Als de
aandrijfriem van de maaier niet binnen de vijf seconden stopt,
moet u contact opnemen met een erkende dealer.
Vervangen van motorolie en oliefilter
1. Laat de motor lopen tot deze warm is.
2. Plaats de zitmaaier op een vlak oppervlak.
3. Zet de motor stop en haal de sleutel uit het contact.
4. Reinig rond de olievulopening en het filter .
5. Verwijder de peilstok en leg deze op een schone doek.
6. Neem de olieaftapslang los (zie afbeelding ) 8).
7. Verwijder de dop voorzichtig en laat de slang zakken in een
geschikte opvangbak (C).
8. Sluit de dop na het aftappen goed af en bevestig de slang
aan de zijkant van de motor.
9. Verwijder de oliefilter (A, Afbeelding 9) en gooi deze op de
juiste manier weg.
10. Smeer de pakking van het oliefilter licht in met nieuwe,
schone olie.
11. Installeer het oliefilter met de hand totdat de pakking contact
maakt met de oliefilteradapter en draai het oliefilter dan een
1/2 of 3/4 slag vast.
12. Voeg olie toe (zie Olie van de motor controleren en olie
toevoegen ).
Luchtfilter-samenstel
WAARSCHUWING
Nooit de motor starten of laten draaien zonder de
luchtfiltereenheid of het luchtfilter.
OPGEPAST
Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht
kan het filter beschadigen en oplosmiddelen kunnen het filter
oplossen.
1. Maak de bevestigingen los (A, Afbeelding 10) en verwijder
het deksel (B).
2. Open de klep (C) en verwijder het deksel van het luchtfilter
(D).
3. Verwijder het voorfilter (E), indien aanwezig, van het filter.
4. Tik het luchtfilter voorzichtig op een hard oppervlak om het
vuil los te maken. Als het luchtfilter zeer vuil is, vervang het
dan door een nieuw filter.
5. Was het voorfilter in water met een vloeibaar wasmiddel.
Laat het dan goed aan de lucht drogen. Breng geen olie
aan op het voorfilter.
6. Monteer het droge voorfilter op het luchtfilter.
7. Plaats het luchtfilter en sluit de grendel.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis