Bediening - Schüco IPE 2700 SN 05 Kurzanleitung

Bediening

5 Bediening
5.1 Algemeen
Storingsmeldingen
Storing
Toestel levert geen
stroom aan het elekt-
riciteitsnet.
Tijd is verkeerd
Foutmelding 101:
U-DC max
Foutmelding 102: Iso-
latie
Foutmelding 103/104:
AFI-fout
Foutmelding 209: Ei-
landbedrijf
Foutmelding 302: Be-
waking
Foutmelding 404:
CAN-bus
Waarschuwing 501:
Zonne-energie
Waarschuwing 502:
Temperatuur
140
Bij storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden, dient de installatie on-
middellijk te worden stopgezet en tegen hiernieuwd inschakelen te worden beveiligd.
De storing dient vervolgens onmiddellijk te worden verholpen.
AANWIJZING
x Bij een foutmelding kan eerst worden geprobeerd om een herstart uit te voeren.
x Noteer a.u.b. het serienummer van het toestel evenals het storingnummer voor-
dat u contact opneemt met de Technische hotline.
x De helpdesk is onder +49 (0)521 - 783 - 400 op werkdagen van 7:30 uur t/m
18:00 uur bereikbaar.
Mogelijke oplossingen
Is de netbeveiliging ingeschakeld?
Is de geïntegreerde DC-schakelaar ingeschakeld?
Is de DC-spanning hoger dan de inschakelspanning van de omvormer?
Stel de tijd in in het menu «Omvormer – Instellingen – Datum/tijd».
Controleer de dimensionering van uw PV-generator. Er zijn te veel modules in serie ge-
schakeld. Verminder het aantal modules en voer de ingebruikname opnieuw uit.
De omvormer heeft bij het opstarten een isolatiefout in de PV-systeem ontdekt. Controleer
uw PV-installatie op mogelijke isolatiefouten (afgeklemde DC-kabels,...). De gemeten iso-
latieweerstand moet tenminste 1000 kOhm bedragen.
Controleer uw PV-installatie ten aanzien van mogelijke isolatiefouten.
Controleer de fasen L2 en L3. Er worden NEOZED-zekeringen gebruikt, controleer of er
een zekering is gesprongen.
Start de omvormer opnieuw. Mocht de fout nog steeds optreden, richt u zich dan a.u.b. tot
de technische helpdesk.
Controleer de buskabels en de afsluitstekkers (telkens een aan het eerste en het laatste
toestel). Controleer of de maximaal toegestane kabellengte van 100 m niet overschreden
is. Controleer of er buslijnen parallel aan de vermogenskabels werden aangelegd. Scheid
evt. buslijnen en vermogenskabels ruimtelijk van elkaar.
Geen sensor op sensorkanaal 1 (zonnestraling) of sensorkanaal 2 (temperatuur) gevon-
den. Wanneer u een senor hebt aangesloten: Controleer de verbinding met uw sensor.
Wanneer u geen sensor hebt aangesloten: Controleer de configuratie via de browser.