Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Mercedes-Benz A0008900293 Montageanleitung Seite 35

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
Achterfietsdrager verwijderen
1. De stekker (20) linksom draaien en uit de contactdoos (21) voor de
trekhaak verwijderen.
2. De stekker (20) in de houder aan de drager (1) aanbrengen.
3
19
16
3. De spanhendel (16) met de sleutel (3) ontgrendelen.
4. De borging (19) indrukken en de spanhendel (16) omhoogzwenken.
Aanwijzing
De borging (19) loslaten en tijdens de volgende stap niet indrukken.
5. De drager (1) aan het frame (korte pijl) iets optillen. De
spanhendel (16) circa 45° omlaagdrukken, zodat de bevestiging (17)
opent. De drager (1) van de auto verwijderen.
6. De borging (19) indrukken en de spanhendel (16) omlaagzwenken.
Kentekenplaat aanbrengen
22
1. De klemmen (22) aan de achterzijde van de
kentekenplaathouder (23) omhoogtrekken.
2. De kentekenplaat in de bevestigingsrail (4) aanbrengen.
3. De kentekenplaat in de kentekenplaathouder (23) aanbrengen en de
bevestigingsrail (4) vergrendelen.
Attentie!
Let erop dat de klemmen correct gesloten zijn. Anders kunnen de
klemmen en de bevestigingsrails met de kentekenplaat tijdens het
rijden loskomen.
4. De klemmen (22) aan de achterzijde van de
kentekenplaathouder (23) omlaagdrukken.
Aanwijzing
Voor het aanbrengen van kentekenplaten van verschillende hoogtes kan
de bevestigingsrail (4) gedraaid worden. De kentekenplaat wordt
afhankelijk van de hoogte in de bovenste of onderste groef (pijl)
aangebracht.
17
1
M+P-03F-8262
22
23
4
4
M+P-03F-8042
Kentekenplaat verwijderen
1. De klemmen (22) aan de achterzijde van de
kentekenplaathouder (23) omhoogtrekken.
2. De bevestigingsrail (4) met een schroevendraaier uit de
kentekenplaathouder (23) losmaken.
3. De kentekenplaat en de bevestigingsrail (4) verwijderen.
4. De klemmen (22) aan de achterzijde van de
kentekenplaathouder (23) omlaagdrukken.
Fietsen aanbrengen/verwijderen
G
WAARSCHUWING
De achterfietsdrager dient voor het transport van fietsen.
Let erop dat:
geen andere voorwerpen op de achterfietsdrager worden
getransporteerd.
elke fiets met een houder en bovendien aan voor- en achterwiel
met een spanriem bevestigd is.
alle losse onderdelen, bijvoorbeeld kinderzitje, accu, luchtpomp,
bidon, fietsmand enzovoort, voor de montage van de betreffende
fiets op de achterfietsdrager verwijderd en veilig opgeborgen zijn.
Anders kunnen de fietsen en/of de losse onderdelen tijdens de rit
loskomen, bijvoorbeeld bij krachtig afremmen. Er bestaat gevaar voor
ongevallen.
Voorbereiding
11
3
12
9
25
24
1. De spanner (24) indrukken en de spanriem (25) eruit trekken.
2. De spanriem (25) in de houder (26) steken.
3. De houder (9) met de sleutel (3) ontgrendelen.
4. De borgpal (11) uittrekken en de spanriem (12) eruit trekken.
5. De toets "PUSH" indrukken en de wielkommen op de rail (8) naar het
midden schuiven.
Eerste fiets monteren
Attentie!
Zware fietsen het dichtst bij de auto monteren en lichte fietsen
(bijvoorbeeld kinderfietsen) verder achterop de drager aanbrengen.
De lading op de achterfietsdrager zo symmetrisch mogelijk ten
opzichte van de langsas van de auto verdelen.
Het stuur van de eerste fiets dwars zetten, om contact tussen het
stuur en de auto te vermijden. Anders kan materiële schade aan de
auto ontstaan.
De houders uitsluitend aan het fietsframe bevestigen. Er mogen
geen componenten, bijvoorbeeld versnellings- en remkabels,
worden ingeklemd. De houder aan de bevestigingsbeugel indien
nodig opnieuw positioneren, zie pagina 30. Een defecte houder
moet terstond worden vervangen.
- 32 -
8
26
8
M+P-03F-8047

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis