Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Korte installatiehandleiding voor de HDT0D00x HD6 in
verlaagde plafonds
WAARSCHUWING: de installatie moet worden uitgevoerd door
gekwalificeerd technisch personeel en voldoen aan alle nationale en
lokale voorschriften.
Installatie
Voer de volgende stappen uit om een behuizing te installeren in een verlaagd plafond. Zie figuur 1.
BEVESTIGINGSPUNT VEILIGHEIDSKABEL
BOVENKAP
(METALEN PLAATJE MET GAT AAN ZIJKANT VAN BUS)
STEVIG BEVESTIGEN AAN CONSTRUCTIE VAN GEBOUW
ONGEVEER 5,00
VEERVERGRENDELING
(127)
(ONTGRENDELT BOVENPLAAT)
KNOPPEN VOOR
SCANUITLIJNING
UITGESNEDEN IN PLAFOND
7 5/8" DIA.
(193.8)
DICHT HET UITGESNEDEN
MONTAGEPUNTEN (3 PLAATSEN)
VOOR ONDERKANT DOME
DEEL AF MET TAPE OF KIT
(TE LEVEREN DOOR
INSTALLATEUR)
Figuur 1: Installatie van behuizing in verlaagd plafond
1.
Verwijder de plafondplaat (2'x4' of 2'x2') op de plaats van de dome.
2.
Plaats de plafondtegel op de verwijderde plafondplaat. Snijd de plafondtegel af zodat u de plafondtegel in de plafondplaat kunt drukken.
3.
Snijd in de plafondtegel een gat dat gelijk is aan het gat in het midden van de plaat.
4.
Bevestig een veiligheidskabel (geleverd door de installateur) aan de constructie van het gebouw. Honeywell Video Systems raadt het gebruik
aan van 3/32" vliegtuigkabel met plastic coating (onderdeelnummer 849518-0311) en krimpkousen (onderdeelnummer 849511-0057). Deze
onderdelen kunnen worden besteld bij Honeywell Video Systems.
5.
Plaats de behuizing in de plafondhouder. De ruimte tussen de vleugeldoppen op de behuizing en de flens van de behuizing moet groter zijn
dan de dikte van de plafondtegel en de houder. Zorg ervoor dat de vleugeldoppen op de behuizing verspringen, zodat ze niet in één lijn
6.
Plaats de vleugeldoppen plat tegen de behuizing. Duw de behuizing door het gat in de plafondtegel en de houder (u moet redelijk hard
duwen). Draai de drie schroeven in de behuizing met een schroevendraaier rechtsom om de doppen uit te draaien en tegen de
plafondhouder vast te zetten.
7.
Bevestig de veiligheidskabel (vanaf de constructie van het gebouw) aan de behuizing: voer de kabel door een krimpkous, door het gat in het
plaatje (naast de pijpfitting) op de behuizing en vervolgens opnieuw door de krimpkous. Krimp de krimpkous om de kabel vast te zetten. Het
plaatje voor de veiligheidskabel kan worden gedraaid als dat nodig is.
Rev. 1.01
KABELKLEM
VLEUGEL (3 PLAATSEN)
GIPSPLATEN PLAFOND
DRAAI SCHROEF RECHTSOM OM
STEUNKLEMMEN UIT TE DRAAIEN EN DOME
AAN PLADOND TE BEVESTIGEN (GEWOONLIJK 3 PLAATSEN)
BEVESTIG KOORD AAN ONDERKANT VAN DOME
staan.
8.
Plaats de plafondtegel met de plaat en de behuizing op de T-profielen van het plafond.
Bedrading
U kunt de bovenplaat in de bovenkap omlaag halen om de bedrading gemakkelijker te kunnen installeren. Trek aan de veervergrendeling (zie
figuur 1 voor de locatie) in de behuizing om de plaat te ontgrendelen en haal de plaat weg.
1.
Voer de kabels (voor de invoer van gegevens, voeding, video en alarm) door de behuizing en daarna door de kabelklem op de bovenplaat.
2.
Sluit de 24Vac voedingskabels, gegevenskabels en alarmkabels aan op de juiste posities op de aansluitstrips TB1 en TB2. Zie figuur 2 voor
standaardbedrading (2-draads RS485 en video via coax) en figuur 3 voor UTP-bedrading (Unshielded Twisted Pair) (video en gegevens via
UTP-kabels). Op de aansluitstrip is de functie van elke positie aangeven met labels. Opmerking: sluit de afscherming van de gegevenskabel
niet aan op de aansluitstrip. De aansluitstrip accepteert 18-24 AWG-kabels. Als dikkere of dunnere kabel is vereist, moet de 18-24 AWG-kabel
worden gesplitst voor aansluiting op de aansluitstrip.
a.
Trek het lipje op de aansluitstrip omhoog.
b.
Verwijder ongeveer 1cm isolatie van de kabel.
c.
Steek de kabel volledig in het gat op de aansluitstrip voor een goed contact en om te zorgen dat geen kortsluiting met de andere kabels
ontstaat.
Duw het lipje omlaag om de kabel vast te zetten.
3.
Bij gebruik van de standaardbedrading sluit u de coaxkabel voor video aan op de BNC-connector. De installateur moet de passende BNC-
connector leveren. Bij UTP-bedrading wordt de BNC-connector niet gebruikt. De video wordt op aansluitstrip TB3 aangesloten met een UTP-
kabel. Zie figuur 3.
4.
Voer het overschot aan kabels vanaf de aansluitstrips terug door de kabelfitting en zet de kabelklem vast.
5.
Stel de afsluitjumpers in. Als dit de laatste dome in een seriële opstelling is, moeten de in- en uitgaande communicatielijnen worden
afgesloten. Alle tussenliggende domes moeten niet-afgesloten zijn. Als dit de enige dome voor een gegevenslijn is, moeten de in- en
uitgaande communicatielijnen worden afgesloten. Plaats jumper W1 op pen 1 en 2 (afgesloten) om de lijn af te sluiten. Plaats jumper W1 op
pen 2 en 3 (niet-afgesloten) om de lijn niet af te sluiten. Jumper W2 moet voor alle domes op pen 2 en 3 worden geplaatst.
6.
Stel de communicatiejumpers in.
Standaardinterfacebord – de HD6 is ontworpen door 2-draads communicatie. Jumpers W3 en W4 must moeten in de 2-draads positie
worden geplaatst (pen 1 en 2) voor alle toepassingen, behalve voor 2-draads halfduplex.
UTP-interfacebord – jumpers W3 en W4 moeten op pen 1 en 2 worden geplaatst.
7.
Bevestig de bovenplaat in de bovenkap.
a.
Lijn de knoppen op de plaat uit met de sleuven in de bovenkap. Zie detail A hieronder.
ZIE DETAIL A
b.
Duw de kabels terug door het gat in de bovenkap.
c.
Duw de plaat omhoog totdat de veervergrendeling de bovenplaat vergrendelt. Zie detail B hieronder.
ZIE DETAIL B
8.
Raadpleeg de korte installatiehandleiding of de gebruikershandleiding voor de HD6 voor het installeren van de scanner, de binnenvoering en
de dome.
1
UITLIJNKNOP AAN BUITENKANT
DETAIL A
VAN DE BOVENKAP
VERGRENDELING IN INKEPING AAN
ZIJKANT VAN BOVENKAP
DETAIL B
900.0814
10/06
Werbung
