Softwareversie - Grundfos Conex DIS-G Montage- Und Betriebsanleitung

13.2.2 Controleren van de relais
Het eerste item verschijnt in het "Test functions"
menu en hoeft niet te worden geselecteerd.
Druk op [OK] om naar de volgende items te gaan.
M1 - grenswaarde 1
Off (Uit)
M1 - grenswaarde 2
Off (Uit)
M2 - grenswaarde 1
Off (Uit)
M2 - grenswaarde 2
Off (Uit)
Alarm relay (Alarmrelais)
Off (Uit)
De relais voor sensor 2 kunnen zelfs worden getest
wanneer het apparaat is ingesteld op "1 sensor".
Bij het inschakelen van een relais, wordt
het aangesloten waarschuwings- en bevei-
Voorzichtig
ligingsapparaat ook geactiveerd!
1. Druk voor elk item op de [Omhoog] knop om het
betreffende relais in te schakelen.
– Wanneer ingeschakeld, zullen het relais en het
aangesloten waarschuwings- en beveiligings-
apparaat geactiveerd zijn.
– Controleer, wanneer dit niet gebeurt, het aan-
gesloten waarschuwings- en beveiligingsappa-
raat alsmede de bekabeling.
2. Druk weer op de [Omhoog] knop om het betref-
fende relais uit te schakelen.
13.2.3 Controleren van de stroomuitgangen
Wanneer de weergegeven waarden niet
N.B. gemeten kunnen worden, dan is de
stroomuitgang defect.
De stroomuitgang voor meetwaarde 2 kan
N.B.
zelfs worden gecontroleerd wanneer het
apparaat is ingesteld op "1 sensor".
Controleren van de stroomuitgangen voor
meetwaarde 1
1. Druk op [OK] om de items te wijzigen.
M1 - mA signaal
10 mA
Wanneer het apparaat is ingesteld op 0-20 mA.
M1 - mA signaal
12 mA
Wanneer het apparaat is ingesteld op 4-20 mA.
– Nu moet de weergegeven stroom (10 mA of
12 mA) aanwezig zijn op de stroomuitgang
voor meetwaarde 1.
2. Controleer dit met een geschikt meetinstrument.
3. Druk op de [Omhoog] knop om naar de volgende
stroomuitgang te gaan.
M1 - mA signaal
20 mA
– Nu moet 20 mA aanwezig zijn op de stroomuit-
gang voor meetwaarde 1.
4. Controleer dit met een geschikt meetinstrument.
5. Druk op de [Omhoog] knop om naar de volgende
stroomuitgang te gaan.
M1 - mA signaal
0 mA
Wanneer het apparaat is ingesteld op 0-20 mA.
M1 - mA signaal
4 mA
Wanneer het apparaat is ingesteld op 4-20 mA.
– Nu moet de weergegeven stroom (0 mA of
4 mA) aanwezig zijn op de stroomuitgang voor
meetwaarde 1.
6. Controleer dit met een geschikt meetinstrument.
Controleren van de stroomuitgangen voor
meetwaarde 2
1. Druk op [OK] om de volgende items te wijzigen
en controleer zoals hierboven omschreven.

13.2.4 Softwareversie

1. Druk op [OK] om naar het item te gaan.
*Service info*
Vx.xx dd.mm.jjjj
– Nu wordt de softwareversie weergegeven.
14. Afvalverwijdering
Dit product of delen ervan dienen te worden afge-
voerd op een milieuverantwoorde wijze.
Maak gebruik van de juiste afvalverwerkingsdien-
sten. Als dat niet mogelijk is, neem dan contact op
met Grundfos.
211