Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
richting van de pijl geschoven en uit de behui-
zing verwijderd.
Plaats de bijgevoegde microbatterijen AAA met
aandacht voor de polariteit (+/-) op de daar-
voor voorziene plaatsen (zie afbeelding van de
behuizing).
Sluit nu het batterijvak weer met het deksel en
schuif de gordelclips in hun beginpositie.
5. Ingebruikname
5.1. Zender
1. Om een optimale overbrenging te verzekeren,
plaatst u de zender verticaal in de te bewaken
ruimte. De voorzijde van het toestel zou idea-
liter in de richting van de te bewaken persoon
(bijvoorbeeld uw baby) moeten wijzen. Men
moet er ook op letten dat de geluiden respec-
tievelijk de klank niet door hindernissen on-
derbroken worden.
2. Om de accu's te gebruiken volgt u de pro-
cedure onder „8. Laden van de accu's" be-
„8. Laden van de accu's" be-
„8. Laden van de accu's"
schreven.
3. Wanneer u het apparaat via het elektriciteits-
net wil gebruiken, sluit u één van de beide bij-
gevoegde netadapters aan de bus (3) van de
zenders aan.
4. Verbind de netadapter met het elektriciteits-
net (test voor het aansluiten op het elektrici-
teitsnet of de gegevens over het vermogen op
het typeaanduidingplaatje van de netadap-
ters met de gegevens van uw elektriciteitsnet
overeenkomen).
5. Met de schuifschakelaar (5) van de zenders
wordt het toestel zowel ingeschakeld als één
van de beide overdrachtskanalen gekozen. In
de positie „K1" zendt het toestel op kanaal 1
uit en in de positie „K2" op kanaal 2. Met be-
hulp van de gevoeligheidsregelaar (4) kan u
de gevoeligheid van de zenders individueel
volgens uw wensen instellen.
6. Zodra de zender een signaal overbrengt, ziet
u dat aan het groen oplichtende zendaandui-
ding (2).
7. Wanneer de zender geen geluiden meer
waarneemt, schakelt hij automatisch over op
de energiespaarstand. Dit ziet u ook aan de
rood oplichtende zendaanduiding (2).
Tips! Om verkeerde functies bij gebruik van de
netadapter te vermijden, is het noodzakelijk dat
de accu's in het toestel blijven.
Zodra de zender via de bijgeleverde netadap-
ter verbonden wordt, licht het lichtje weergave
"in bedrijf" bij een uitgeschakeld toestel rood
op, wanneer er geen accu's in het toestel zitten.
Omwille van de veiligheid en om optimale ge-
luidsoverdracht te hebben, raden wij aan om de
afstand tussen zender en baby meer dan één
meter te laten bedragen.
5.2. Ontvanger
1. Plaats de ontvanger verticaal in uw nabijheid
op.
2. De ontvanger werkt zowel via het bijgevoegde
oplaadstation aan uw elektriciteitsnet of door
middel van de bijgevoegde accu's.
3. Om met de accu's te werken, volgt u de pro-
cedure onder „8. Laden van de accu's".
4. Wanneer u het toestel via het oplaadstation
wil gebruiken, sluit u één van de bijgevoegde
netadapters aan het contact van het oplaad-
station aan.
5. Met de schuifschakelaar (5) van de ontvanger
wordt het toestel zowel ingeschakeld als één
van de beide overdrachtskanalen gekozen. In
de positie „K1" ontvangt het toestel op kanaal
1 en in de positie „K2" op kanaal 2. Met be-
hulp van de volumeknop (4) kan u de geluids-
sterkte van de ontvanger individueel volgens
uw wensen instellen.
6. Zodra de ontvanger met het oplaadstation
verbonden wordt, licht de LED (2) in rood op.
Indien het toestel een signaal ontvangt, licht
de LED (2) gedurende de ontvangst groen op.
De ontvanger beschikt bovendien ook over
een lichtdiodenketting (7). Zodra een geluid
wordt overgedragen, merkt u dit niet alleen
akoestisch maar ook optisch via de lichtdio-
denketting. Hoe sterker het ontvangen ge-
luid, hoe meer dioden oplichten.
7. Enkele seconden nadat het toestel geen sig-
nalen meer ontvangt, schakelt de ontvanger
automatisch over op de energiespaarstand.
Dit ziet u aan het rood oplichtende ontvangst-
lichtje (2).
Tip! Indien u via het oplaadstation werkt, is het
noodzakelijk dat de accu's in de ontvanger blij-
ven, zonder accu's werkt het toestel niet!
-46-
Aan de hand van de bijgeleverde be-
stelkaart kunt u bijkomende originele
adapters aankopen.
Zodra de ontvanger met lege accu's via het op-
laadstation wordt gebruikt en een signaal van
de zender ontvangt, fl ikkert het lichtje weerga-
ve "in bedrijf" (2) gedurende de ontvangst af-
wisselend rood en groen op. Het fl ikkeren heeft
in het oplaadstation geen invloed op de ont-
vangstreikwijdte.
6. Functietest
Het is zeer belangrijk de installatie op zijn func-
tie te testen vooraleer u het daadwerkelijk ge-
bruikt. Plaats daartoe uw zender in de gewens-
te kamer en schakel bijvoorbeeld een radio op
gewoon geluidsvolume in. Dan stelt u met de
gevoeligheidsregelaar (4) de zender op de ge-
wenste aanspreekgevoeligheid in. Des te verder
u de regelaar naar boven draait, des te gevoe-
liger wordt de zender ingesteld. Nu gaat u met
uw ontvanger door uw kamers en stelt het ge-
wenste volume in.
7. Batterijcontrole
Wanneer bij gebruik van accu's of batterijen de
spanning niet meer voldoende is, wordt dit zo-
wel op de zender als op de ontvanger aange-
geven. Bij te lage bedrijfsspanning fl ikkeren de
lichtjes weergave "in bedrijf" (2) aan de zender
en de ontvanger rood. Aan de ontvanger klinkt
ook nog een akoestisch signaal bij lege accu's.
8. Laden van de accu's
De voor de zender en ontvanger bijgeleverde
accu's moeten voor het eerste gebruik in ieder
geval volledig opgeladen worden.
Opgelet! Vervang defect accu's enkel met origi-
nele accu's. U kunt geen gewone microbatterij-
en AAA in deze toestellen laden.
Aan de hand van de bijgeleverde be-
stelkaart kunt u bijkomende originele
accus aankopen.
Speciaal voor bewaking's nachts bevelen wij
aan beide toestellen te gebruiken met de bijge-
leverde netadapters zodat een foutloze contro-
le gewaarborgd wordt. Bij normaal accugebruik
kan het naargelang de laadtoestand daartoe lei-
den dat's nachts het batterijsignaal in werking
wordt gesteld en u zo gewekt wordt.
8.1. Accu's opladen in de ontvanger
• Om de accu's op te laden in de ontvanger,
sluit u een netadapter aan de bus van het op-
laadstation (1) aan.
• Zodra u de netadapter met het oplaadstation
verbonden hebt en de ontvanger zich in het
oplaadstation bevindt, begint het laden au-
tomatisch. U merkt dat er opgeladen wordt
doordat de LED (2) groen fl ikkert.
• De oplaadtijd bedraagt bij volledig lege accu's
en uitgeschakeld toestel ca.10 uur. Wanneer
de ontvanger gedurende het opladen inge-
schakeld is, verdubbelt de oplaadtijd.
• Een overlading van de accu's is technisch uit-
gesloten.
• De LED (2) dooft wanneer het opladen stopt
(bij uitgeschakeld toestel).
8.2. Accu's opladen in de zender
• Om de accu's op te laden in de zender, sluit
u een netadapter aan het contact (3) van de
zender aan.
• Zodra u de netadapter met de zender verbon-
den hebt, begint het opladen automatisch. U
merkt dat er opgeladen wordt doordat de LED
(2) groen fl ikkert.
• De oplaadtijd bedraagt bij volledig lege accu's
en uitgeschakeld toestel ca.10 uur. Wanneer
de zender gedurende het opladen ingescha-
keld is, verdubbelt de oplaadtijd.
• Een overlading van de accu's is technisch uit-
gesloten.
• De LED (2) schakelt na opladen om op rood
(bij uitgeschakeld toestel).
9. Tip voor de consument
Opgelet: alle NiCd- en NiMH-accu's berei-
ken pas na 4-6 oplaadbeurten de volledige ca-
paciteit.
10. 864-MHz-techniek
De installatie werkt in het 864-MHz-frequentie-
gebied, waar storingen door CB- en amateur-
zenders uitgesloten zijn.
-47-
Werbung
