EINHELL DSP 15 Bedienungsanleitung Seite 17

4. Hoeveelheid sproeivloeistof
Sproeivloeistof bereiden volgens de
voorschriften van de fabrikant van het middel.
Kies de hoeveelheid die u werkelijk nodig heeft.
Richtcijfers voor de gewasbescherming:
Grondculturen
Lage struiken
Spalierbomen, spilheesters
Grotere laagstammen
Oudere, vrij staande bomen
Bij vloeibare gewasbeschermingsmiddelen het
reservoir 1/4 met water vullen, sproeimiddel in
vloeibare vorm vooraf met water gemengd
bijgieten. De overeenkomstige hoeveelheid
water bijgieten en goed mengen.
Bij gebruik van sproeimiddelen bereid op basis
van een plantaardig preparaat dient er op te
worden gelet dat de vloeistof voor het ingieten
gefilterd is.
De veiligheidsinstructies van de
betreffende sproeimiddelproducent
dienen beslist in acht te worden
genomen !
5. Bereiden van
gewasbeschermingsmiddelen
Gewasbeschermingsmiddel enkel in open lucht
bereiden, nooit in woonruimten, stalruimten of
opslagruimten voor levensmiddelen en
voedermiddelen.
Gewasbeschermingsmiddelen in poedervorm in
een afzonderlijk reservoir bereiden - goed
voormengen - pas dan enkel door de vulzeef de
druksproeier in gieten. De sproeivloeistof
herhaaldelijk doormengen.
6. Vullen
Bij het vullen van het reservoir steeds de
zeeftrechter die bij het toestel hoort gebruiken en
het vullen de hele tijd in het oog houden.
Een rechtstreekse verbinding tussen vulslang en
inhoud van het reservoir moet worden
voorkomen.
Het sproeimiddel mag niet door terugzuigen in
het waterleidingnet terechtkomen.
0,3-0,5 l op 10 m 2
1,0-1,5 l op 10 m 2
0,5-1,0 l per stuk
2,0 l per stuk
3,0-5,0 l per stuk
Bij het ingieten van het sproeimiddel dient erop
te worden gelet dat de omgeving,
natuurhuishouding en het waterleidingnet niet in
contact komen met het sproeimiddel.
Het vullen van het reservoir vanuit het openbaar
waternet via een slang is enkel toegestaan als
voor de aansluiting van het openbaar waternet
een terugslagklep is ingebouwd.
Het overlopen van het reservoir alsook het
vervuilen van het openbare aquatische milieu en
van regen- en afvalwaterriolen moet worden
vermeden.
7. Sproeien
Breng de pomp tot aanzuigen door de hendel
snel te bewegen en
open de afsluitklep door druk op de pistoolhendel
zodat de sproeivloeistof uit de sproeikop kan
ontsnappen.
Bij het loslaten van de pistoolhendel wordt de
sproeistraal onmiddellijk onderbroken.
8. Doelmatig onderhouden en
verzorgen
Uw rugsproeier werkt nagenoeg onderhoudsvrij.
Mocht het deksel van het reservoir ooit moeilijk
te sluiten of te openen zijn, olie de rubberen
afdichtring dan lichtjes in.
Tot een doelmatig onderhoud hoort eveneens :
controle van het vloeistofreservoir,
controle van alle slangleidingen en hun
schroefkoppelingen,
Schoonmaken van alle filterelementen en
controle op beschadiging,
Om de zuiger, de cilinder en de
zuigermanchetten speciaal te beschermen tegen
vervuilde sproeivloeistof is de inlaat van het
drukvat of cilinderruimte voorzien van een extra
zeef. Hij kan aan het einde van de
sproeiwerkzaamheid door krachtig uitzwenken
worden schoongemaakt.
9. Opbergen
Hoewel het reservoir vervaardigd is van ultraviolet
gestabiliseerd materiaal is het aan te bevelen het
toestel beschermd tegen rechtstreekse zoninstraling
voor kinderen en dieren ontoegankelijk op te bergen
in een droge ruimte.Bij dreigende vorst moet het
reservoir, het drukvat en de leidingen worden
geledigd, er mag geen vloeistof in achterblijven.
NL
17