Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

DJI Smart Controller Bedienungsanleitung Seite 71

Inhaltsverzeichnis

Werbung

4. Het laadniveau van de accu controleren en de aan-/uitschakelaar
Controleer het interne accuniveau aan de hand van
de accuniveau-LED's. Druk eenmaal op de aan/uit-
knop om het niveau te controleren terwijl de accu is
uitgeschakeld.
Druk één keer op de aan/uit-knop, druk nogmaals op
deze knop en houd de knop twee seconden ingedrukt
om de Smart Controller in of uit te schakelen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer informatie over het controleren van de accuniveaus
van interne en externe accu's.
Wanneer u een externe WB37 Intelligent Battery gebruikt, is het nog steeds noodzakelijk om ervoor te
zorgen dat de interne accu wat stroom heeft. Anders kan de Smart Controller niet worden ingeschakeld.
5. De antennes verstellen
Til de antennes op en verstel ze. De sterkte van het Smart
Controller-signaal wordt door de positie van de antennes
beïnvloed. Bij een hoek van 80° of 180° tussen de antennes
en de achterkant van de Smart Controller levert de verbinding
tussen de Smart Controller en de drone optimale prestaties.
Optimaal zendgebied
Probeer de drone binnen het optimale zendgebied te houden. Als het signaal zwak is, past u de
antennes aan of laat u de drone dichterbij vliegen.
• Gebruik geen draadloze apparaten die dezelfde frequentiebanden gebruiken als de Smart Controller.
• Tijdens het daadwerkelijk besturen van de drone geeft de DJI Pilot-app een waarschuwing dat het
zendsignaal zwak is en de antennes moeten worden versteld tot zij weer onder een hoek staan waarbij
de drone optimale prestaties levert.
6. Koppeling van de Smart Controller en de drone
Wanneer de Smart Controller samen met een vliegtuig als combo wordt aangeschaft, is deze al
aan het vliegtuig gekoppeld. Zo niet, volg dan de onderstaande stappen om de Smart Controller
en de drone te koppelen na een succesvolle activering.
1. Schakel de drone en de Smart Controller in.
2. Druk tegelijkertijd de aanpasbare knoppen C1, C2 en de opnameknop in. De statusled zal
blauw knipperen en de Smart Controller zal een dubbele pieptoon laten horen om aan te
geven dat het koppelen begint.
3. Houd de aan/uit-knop van de drone minimaal vijf seconden ingedrukt om de drone en de
Smart Controller te koppelen. De statusled van de Smart Controller is continu groen als de
koppeling geslaagd is.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer informatie over het koppelen van de Smart Controller
aan de drone. Om de handleiding te downloaden gaat u naar https://www.dji.com/matrice-300.
Laag
80°
Hoog
69

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis