Makita CA5000XJ Betriebsanleitung Seite 39

Werking van de schakelaar
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stek-
ker in het stopcontact steekt, of de trekkerscha-
kelaar op de juiste manier schakelt en weer terug-
keert naar de uit-stand nadat deze is losgelaten.
Om te voorkomen dat de trekkerschakelaar per
ongeluk wordt ingeknepen, is een uit-vergrendelknop
aangebracht.
Om het gereedschap te starten, drukt u de uit-vergren-
delknop in en knijpt u de trekkerschakelaar in.
Laat de trekkerschakelaar los om het gereedschap te
stoppen.
► Fig.10: 1. Uit-vergrendelknop 2. Trekkerschakelaar
Toerentalinstelknop
LET OP:
De toerentalinstelknop is niet
bedoeld voor gebruik van zaagbladen met een
lage nominaal toerental, maar voor het instellen
van een toerental dat geschikt is voor het mate-
riaal van het werkstuk. Gebruik uitsluitend zaag-
bladen die een nominaal toerental hebben van ten
minste het maximale nullasttoerental zoals vermeld in
de TECHNISCHE GEGEVENS.
LET OP:
De toerentalinstelknop kan slechts
tot stand 6 worden gedraaid, en terug naar stand
1. Dwing hem niet tot voorbij stand 6 of stand 1
omdat dan de toerentalinstelfunctie mogelijk niet
meer werkt.
Door de toerentalinstelknop te draaien, kan het toeren-
tal worden ingesteld. Wanneer de knop in de richting
van stand 6 wordt gedraaid, wordt het toerental hoger,
en wanneer de knop in de richting van stand 1 wordt
gedraaid, wordt het toerental lager.
Raadpleeg de tabel om het juiste toerental te selecte-
ren voor het werkstuk dat u gaat zagen. Het geschikte
toerental kan echter verschillen afhankelijk van het type
en de dikte van het werkstuk. Over het algemeen kunt
u met een hoger toerental een werkstuk sneller zagen,
maar de levensduur van het zaagblad wordt korter.
Stand
1
2
3
4
5
6
► Fig.11: 1. Toerentalinstelknop
Geleideplaat
Gebruik de geleideplaat om de geleiderail (optioneel
accessoire) uit te lijnen met de zaaglijn.
► Fig.12: 1. Geleideplaat 2. Rand van plaat
1.
het beginpunt van de zaagsnede. De rand van de plaat
geeft het midden aan van het groefzaagblad. Lijn de
rand van de plaat uit met de zaaglijn.
2.
geleiderail, vlakbij het eindpunt van de zaagsnede. Lijn
de rand van de plaat opnieuw uit met de zaaglijn.
Overige functies
Gereedschappen die zijn voorzien van een elektroni-
sche werking zijn eenvoudig te bedienen vanwege de
volgende functie.
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer de belasting van het gereedschap het toe-
laatbare niveau overschrijdt, wordt de voeding naar de
motor beperkt om te voorkomen dat deze oververhit
raakt. Wanneer de belasting weer op een toelaatbaar
niveau komt, zal het gereedschap weer normaal
werken.
Constant-toerentalregeling
Elektronische toerentalregeling voor het aanhouden
van een constant toerental. Maakt een onberispelijke
afwerking mogelijk omdat het toerental constant wordt
gehouden, zelfs bij belasting.
Zachte-startfunctie
Maakt een zachte start mogelijk door onderdrukking
van de aanloopschok.
MONTAGE
-1
min
2.200
uitgeschakeld en dat zijn stekker uit het stop-
contact is verwijderd alvorens enig werk aan het
2.700
gereedschap uit te voeren.
3.800
4.900
Opbergplaats van de inbussleutel
6.000
De inbussleutel wordt op het gereedschap bewaard.
6.400
Om de inbussleutel te verwijderen, trekt u hem er
gewoon uit.
Om de inbussleutel terug te plaatsen, zet u hem op de
handgreep en drukt u hem zover mogelijk naar binnen.
► Fig.13: 1. Inbussleutel
39 NEDERLANDS
3. Zaaglijn
Plaats de geleideplaat op de geleiderail, vlakbij
Plaats vervolgens de geleideplaat opnieuw op de
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is