Contra-Indicaties - Bauerfeind ValguLoc II Bedienungsanleitung

Contra-indicaties

Ernstige overgevoeligheden zijn tot nu toe niet bekend. Bij
onderstaande ziektebeelden wordt het aantrekken en dragen van een
dergelijk hulpmiddel alleen aanbevolen na consultatie van een arts:
1. Wonden op of rond het aandrukvlak van de orthese.
2. Huidziektes/-letsel in het te behandelen gebied, met name
bij ontstekingsverschijnselen. Tevens wanneer littekens er
gezwollen en rood uitzien en warm aanvoelen.
3. Gevoels- en doorbloedingsstoornissen van de voeten, bij-
voorbeeld bij suikerziekte (diabetes mellitus).
4. Lymfevatstoornissen – ook aspeci eke zwellingen van zacht
weefsel niet onmiddellijk bij het aangelegde hulpmiddel.
5. Jichtaanval in de grote teen (podagra)
Aantrekken van de stabiliserende orthese ValguLoc® II
De dynamische grote-teenorthese kan zowel aan de rechter- of lin-
kervoet worden gedragen. Bij het aantrekken dient dat de markering
op de schaalverdeling te zien zijn. Aan de rechtervoet moet bij bo-
venaanzicht de R (voor rechts) in lichtgrijze markering te zien zijn,
aan de linkervoet de L (voor links) in rode markering. Als rechts en
links verwisseld worden, kan de orthese verschuiven, met negatieve
gevolgen voor het basisgewricht van de grote teen en een verlies aan
therapeutische werking.
Vanuit de fabriek wordt de ValguLoc® II voor gebruik na een
operatie geleverd met vastgezet scharnier. Neem de volgende
stappen om de vergrendeling los te maken:
1. Vouw het binnenpolster weg van het scharnier. De binnenste
blokkeerring wordt zichtbaar met twee tegenover elkaar
gelegen nokken (afbeelding 1).
2. Verwijder deze blokkeerring – voor conservatieve therapie
heb je deze niet nodig. Met ingezette blokkeerring kan
met de orthese niet gelopen worden omdat het scharnier
dan vergrendeld blijft (afbeelding 2). De blokkeerring is
gemakkelijker te verwijderen wanneer U van tevoren de
buitenste borgring afneemt (punt 5, afbeelding 5) en dan de
blokkeerring van buiten naar binnen doordrukt.
20
3. Plaats nu de orthese aan de binnenkant van de te verzorgen
voet. Open de omhoogstaande band en trek hem uit de
bandgeleider. Let erop dat de teenschaal aan de zijkant
tegen de grote teen en de voetschaal tegen de voet aanligt.
Het orthesescharnier moet aan de binnenkant precies in het
midden van het basisgewricht van de grote teen (bal) zitten
(afbeelding 3).
4. Leg de kleine band van onder naar boven om de grote teen.
Plaats de grote band onder de voet. Sluit beide banden door
de teenband van onder beginnend om de grote teen te leggen,
door de bandgeleider te trekken en zachtjes vast te klitten. De
voetband eveneens van onderen beginnend rond de middenvoet
leggen, door de bandgeleider trekken en zachtjes vastklitten.
Maak nu het uiteinde van de voetband weer los en trek hem
zover aan, dat de orthese stevig aan de voet vastzit maar geen
onaangename druk veroorzaakt. Doe vervolgens hetzelfde met
de teenband (afbeelding 4). Bij levering heeft de teenband een
lengte die ook voldoende is wanneer de teen na een hallux-
valgusoperatie in het verband zit. Bij gebruik zonder verband
kan de band tijdens het aanmeten worden ingekort (klittenband
met een schaar inkorten).
De orthese zit correct wanneer beweging van het basisgewricht
van de grote teen niet geheel wordt belemmerd. De ValguLoc® II
kan nu in de schoen worden gedragen. Om onnodige drukplekken
te vermijden, dient de orthese alleen in ruime, comfortabele
schoenen (bijv. gymschoenen) gedragen te worden.
Wanneer de orthese na een operatie ter xatie wordt ingezet,
moet iedere beweging van het basisgewricht van de grote
teen uitgesloten worden (orthesescharnier blokkeren!). Bij
postoperatief gebruik mag de orthese alleen in een verbandschoen
met verstevigde zool worden gedragen.
Instellen en borgen van de correctiehoek
Via een excentriek kan de varus-valgushoek van de orthese van buiten
in ca. 2° grote stappen (van 10° valgus tot 2° varus) worden versteld
(fabrieksinstelling bij levering +6°). Voor een rechts te dragen
orthese moet de hoek in de richting R (grijze schaalverdeling), voor
een links te dragen orthese in de richting L (rode schaalverdeling)
worden ingesteld. Ga daarbij als volgt te werk:
5. Verwijder de borgring van de orthese met behulp van de meegele-
verde verstelchip (afbeelding 5). Druk met de afgeplatte kant van
de verstelchip de borgring naar boven. Deze komt daardoor uit
zijn verankering los. De instelring wordt zichtbaar.
6. Verwijder de blokkeerring voor de scharniervergrendeling
zoals bij punten 1 en 2 beschreven en trek de orthese aan de
desbetreffende voet aan volgens de beschrijving bij punten 3
en 4. De correctiehoek kan nu worden ingesteld (afbeelding 6).
Bij patiënten die postoperatief worden behandeld of gevoelig
zijn, dient het instellen van de correctiehoek niet te worden
gedaan wanneer de orthese is aangetrokken.
21