9000133617-9.qxd
16/01/06
nl
Uw nieuwe apparaat
Afhankelijk van het model zijn kleine
afwijkingen mogelijk – vooral wat betreft
de uitvoering van het interieur.
Fig. Q
2
Keuzeschakelaar temperatuur en
binnenverlichting
3
Roosters
4
Achterwand van het apparaat
(koudeproductie)
5
Afvoergootje
6
Afvoergat
7
Glasplaat
8
Groenteladen
9
Rek
10 Flessenrek
11 Laden voor het invriezen
12 Ventilatieroosters
22 Schakelaar (figuur W)
A
Koelkast
B
Vrieskast
44
14:03
Page 44
Let op de omge-
vingstemperatuur
en de beluchting
De klimaatklasse staat op het typeplaatje
(Afb. ! 0 ). Hierdoor wordt aangegeven
binnen welke omgevingstemperaturen
het apparaat gebruikt kan worden.
klimaatklasse
toegestane
kamertemperatuur
SN
+10 °C tot 32 °C
N
+16 °C tot 32 °C
ST
+18 °C tot 38 °C
T
+18 °C tot 43 °C
Beluchting
Afb. E
De lucht aan de achterzijde van het
apparaat wordt warm. De verwarmde
lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de
koelmachine meer presteren waardoor
het energieverbruik toeneemt.
De be- en ontluchtingsopeningen mogen
dan ook nooit worden afgedekt!
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.