Verbrandingscontrole - Riello Burners Gulliver BS1D Montage Und Bedienungs Anleitung

AFSTELLING LUCHTKLEP (Fig. 9, blz. 7)
a) De brander afstellen in 2de vlamgang. Onder invloed van de ventilator, gaat de luchtklep volledig open
om een max. luchtdebiet te waarborgen.
b) Het luchtdebiet in 2de vlamgang regelen met schroef (8) na moer (9) te hebben losgedraaid (zie fig. 15).
De brander verlaat de fabriek afgesteld met een luchtregeling in 2 de vlamgang op inkeping 3.
c) De brander in 1ste vlamgang regelen met schroef (12) na moer (11) te hebben losgedraaid. Zodra
optimale afstelling bekomen is, moer (11) blokkeren.
De brander verlaat de fabriek afgesteld met een luchtregeling in 1ste vlamgang op inkeping 1.
Bij de branderstilstand, sluit de luchtklep - onder invloed van zijn gewicht - automatisch tot een max.
onderdruk van 0,5 mbar.
NOOT
De diagram is enkel indicatief. Om de optimale werking van de bran-
der te waarborgen, is het aangeraden om de branderkop af te stellen
in functie van de specifieke ketelkenmerken.
C
Om een optimale werking te bekomen van het model BS4D
type 918T1, en bij een vermogen van 220 ¸ 246 kW, moet de
vooruitgesneden acoustische isolatie verwijderd worden om
bijkomende luchtopeningen vrij te maken (zie fig. 10).
OPGELET
Voor regeling van het vermogen in 1ste en 2de vlamgang, de volgende
aanwijzingen volgen:
– De verhouding van vermogen tussen 1ste en 2de vlamgang moet
minimum 1 : 2 zijn.
–In elk geval mag het min. vermogen van de brander in 1 ste vlam-
gang niet lager zijn dan de waarde opgegeven in het werkingsveld.

4.2 VERBRANDINGSCONTROLE

Het is aangeraden de brander af te stellen volgens de aanwijzingen in de tabel, in functie van het gebruikte
type gas:
EN 676
CO max. theoretisch
2
GAS
0 % O
G 20 11,7
G 25 11,5
G 30 14,0
G 31 13,7
IONISATIESTROOM
De minimum intensiteit voor een goede werking van de controledoos bedraagt 5 mA.
Ook als de brander met een duidelijk hogere intensiteit werkt, is er normaal geen controle nodig. Om de ionisa-
tiestroom te meten, open de stekker (C) (zie elektrisch schema blz. 6) op de rode kabel van de voeler en plaats
er een micro-ampèremeter tussen (zie fig. 11).
2317
LUCHTOVERMAAT: max. vermogen l £ 1,2 – min. vermogen l £ 1,3
Instelling CO
l = 1,2
2
9,7
9,5
11,6
11,4
Fig. 11
Klemmenstrook
controledoos
Fig. 10
%
2
l = 1,3
mg/kWh
9,0
8,8
10,7
10,5
Stekker
Voeler
8 NL
NO
CO
x
mg/kWh
£ 100 £ 170
£ 100 £ 170
£ 100 £ 230
£ 100 £ 230
D5006
S7025