Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Installatie; Installatie Binnen-Unit; Installatie Buiten-Unit - Carrier 42QHF009DS Serie Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 42QHF009DS Serie:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 5

INSTALLATIE

2.1 Installatie binnen
Ideale plaatsen voor installatie zijn onder andere:
Binnen-unit
- Een plaats zonder obstakels in de buurt van het in- en uitlaatge-
bied.
- Een plaats die het gewicht van de binnen-unit kan dragen.
- Installeer een binnen-unit niet in de buurt van een directe
warmtebron zoals direct zonlicht of een verwarming.
- Een plaats die voldoende vrije ruimte biedt zoals aangegeven
in het installatieschema in deel 1-2.
- De aanbevolen installatiehoogte voor het laagste bewegende
deel van de binnen-unit bedraagt minimaal 2,3 m.
Afmetingen montageplaat binnen-unit
Overzicht binnen-unit
C
D
Gat voor de
koelleiding aan de
linker achterkant
Gat voor de koellei-
Ø65
A
ding aan de rechter
achterkant Ø65
42QHF009/012: (A:800, B:275, C:100, D:95)
Overzicht binnen-unit
C
D
Gat voor de
koelleiding aan de
linker achterkant
Gat voor de koellei-
Ø 65
A
ding aan de rechter
achterkant Ø 65
42QHF018: (A:940, B:275, C:110, D:100)
Overzicht binnen-unit
C
D
Montageplaat
21,5
Gat voor de
koelleiding aan de
Gat voor de koellei-
linker achterkant
ding aan de rechter
Ø 65
achterkant Ø 65
A
42QHF022: (A:1045, B:315, C:293, D:163)
Installatieprocedure binnen-unit
1) Installeer de montageplaat
- Bevestig de montageplaat horizontaal en waterpas aan de muur.
- In geval de muur van baksteen, beton of soortgelijk materiaal is,
moet u gaten boren met een diameter van 5 mm en ankers plaatsen
voor de bijbehorende bevestigingsschroeven.
- Zet de montageplaat vast met vijf of meer schroeven van het type A.
Installatieprocedure binnenshuis
Muur
Buiten
2) Gat in de muur boren
Binnen
- Boor in de muur een gat van
65mm dat naar buiten toe
iets helt.
3) Bedrading
- Voer de bedrading van de binnen-unit uit volgens
de instructies in deel 2-3 (pagina 7).
4) Afvoerleiding
- De afvoerleiding mag nergens worden geblokkeerd, moet naar
beneden hellen en moet tot aan de buitenmuur worden geïsoleerd.
Correct
Niet laten hellen
Einde afvoerleiding niet in water plaatsen
5) Omwikkelen van de leiding
- Zie de onderstaande afbeelding voor de juiste plaatsing
van de koelleiding, voedingskabel en afvoerleidingen:
• Plaats de afvoerslang onder de koelleiding.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang niet los hangt of kronkelt.
• Au-leidingen moeten apart worden geïsoleerd.
Binnen-unit
Opvangkast
Verbindings-
Leidinggedeelte
kabel
Verbindingsleiding
Wikkelband
Afvoerslang
6) De binnen-unit ophangen
- Voer de koelleiding door het gat in de muur.
- Hang de binnen-unit aan de bovenste haak van de montageplaat.
Duw daarna het onderste deel van de binnen-unit omhoog naar
de onderste haak op de muur.
- Beweeg de binnen-unit vervolgens horizontaal en verticaal
om te controleren of deze stevig vastzit.
2.2 Installatie buiten
Ideale plaatsen voor installatie zijn onder andere:
Buiten-unit
- Een plaats die het gewicht van de buiten-unit kan dragen en waar
de unit waterpas kan worden gemonteerd.
- Een plaats die voldoende vrije ruimte biedt zoals aangegeven in
het installatieschema in deel 1-2.
- Een plaats die makkelijk bereikbaar is voor de installatie en waar
de unit niet wordt blootgesteld aan sterke wind. Als de unit wordt
blootgesteld aan sterke wind, wordt aanbevolen een windschot te
gebruiken.
Harde
wind
LET OP:
In gebieden met veel sneeuwval en lage temperaturen, moet
de buiten-unit niet worden geïnstalleerd op een plaats waar
het apparaat kan worden bedekt door sneeuw. Wanneer zware
sneeuwval wordt verwacht, wordt de installatie aanbevolen van
een (niet meegeleverde) ijs- of sneeuwvanger en/of windschot
om de unit te beschermen tegen de ophoping van sneeuw en/of
de blokkering van de luchtinlaat.
Afvoerleiding buiten-unit
- Sluit de uitlaat van de afvoerleiding aan op een verlengslang.
- Plaats de afdichtring op de opening van de afvoerleiding.
- Plaats de uitlaat van de afvoerleiding in het gat in de bodem
van de buiten-unit, en draai de leiding 90 graden om de
onderdelen stevig vast te zetten.
Onderste gat van buiten-unit
Afdichtring
Uitlaat afvoerleiding
Afvoerslang (niet meegeleverd)
Leidingwerk
De lengte van de verbindingsleiding zal invloed hebben op de capaciteit en energie-efficiëntie van de unit.
De nominale efficiëntie wordt getest op basis van een leidinglengte van 5 meter.
Minimale lengte om
abnormale trillingen en
Toevoer minder lengte
lawaai te verminderen
* Gebruik gereedschap voor het R410A-systeem.
Centreer de plaat om de flensmoer te kunnen aandraaien en voltooi de aansluiting met behulp van twee moersleutels.
Aandraaimoment voor de flensmoeraansluiting is als hieronder vermeld.
Doorsnede buitenkant
Flensmoer
Ø6,35mm
Ø9,52mm
Torsiesleutel
Moersleutel
Ø12,07mm
Ø15,88mm
Afmetingen montageplaat buiten-unit
De afmetingen van de montageplaat verschillen per buiten-unit.
De kop van de bevestigingsbout moet een diameter hebben van
meer dan 10mm.
B
D
B
Afmetingen
Afmetingen buiten-unit
montageplaat
(mm)
Model
(mm)
B
H
D
A
38QUS009
780
540
250
276
38QUS012/18
810
558
310
325
38QUS022
845
700
320
335
Extra toevoer per meter
Vloeistofzijde: Ø6,35mm
Vloeistofzijde: Ø9,52mm
Aandraaimoment
Extra aandraaimoment
(N.cm)
(N.cm)
1500 (153kgf.cm)
1600 (163kgf.cm)
2500 (255kgf.cm)
2600 (265kgf.cm)
3500 (357kgf.cm)
3600 (367kgf.cm)
4500 (459kgf.cm)
4700 (479kgf.cm)
H
A
B
549
549
560

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis