De snelheid van de diavoorstelling
instellen
(alleen JPEG-beeldbestanden)
1
Druk herhaaldelijk op
tot het regelmenu voor JPEG-
beeldbestanden op het
televisiescherm wordt afgebeeld.
2
Druk herhaaldelijk op of om
(INTERVAL) te selecteren, en
druk daarna op ENTER.
De keuzemogelijkheden voor
"INTERVAL" worden op het
televisiescherm afgebeeld.
3
Druk herhaaldelijk op of om
het gewenste weergave-interval te
selecteren.
De standaardinstelling is onderstreept.
NORMAAL: het interval is gelijk
aan de standaard tijdsduur.
SNEL: het interval is korter dan bij
"NORMAAL".
LANGZAAM 1: het interval is
langer dan bij "NORMAAL".
LANGZAAM 2: het interval is
langer dan bij "LANGZAAM 1".
4
Druk op ENTER.
De gekozen instelling wordt actief.
Opmerking
Sommige JPEG-beeldbestanden (met name
progressieve JPEG-beeldbestanden of JPEG-
beeldbestanden van 3.000.000 pixels of meer)
kunnen meer tijd vergen om weer te geven dan
andere, waardoor het weergave-interval langer
lijkt dan u hebt ingesteld.
Een overgangseffect voor
de beeldbestanden van een
diavoorstelling selecteren
(alleen JPEG-beeldbestanden)
DISPLAY
1
Druk herhaaldelijk op
tot het regelmenu voor JPEG-
beeldbestanden op het
televisiescherm wordt afgebeeld.
2
Druk herhaaldelijk op of om
druk daarna op ENTER.
De keuzemogelijkheden voor
"EFFECT" worden op het
televisiescherm afgebeeld.
3
Druk herhaaldelijk op of om de
gewenste instelling te selecteren.
De standaardinstelling is onderstreept.
4
Druk op ENTER.
De gekozen instelling wordt actief.
(EFFECT) te selecteren, en
MODUS 1: het beeld vult het
scherm van boven naar beneden.
MODUS 2: het beeld vult het
scherm van links naar rechts.
MODUS 3: het beeld vult het
scherm vanuit het midden van het
scherm.
MODUS 4: het beeld wordt
weergegeven met een willekeurig
wisselend effect.
MODUS 5: het volgende beeld
schuift over het huidige beeld.
UIT: er wordt geen effect gebruikt.
Wordt vervolgd
DISPLAY
NL