Camp Safety TRIPOD EVO Gebrauchsanweisung Seite 34

ALGEMENE VEILIGHEIDSMIDDELEN
Tijdens werking op de ketting LETTEN die de statiefpoten spant omdat de onjuiste toestand ervan tot toevallige val van de
Ÿ
gebruiker kan leiden.
Het statief TRIPOD EVO NOOIT zonder aangesloten ketting GEBRUIKEN. De poten MOETEN TE ALLEN TIJDE met de
Ÿ
ketting worden bevestigd.
Wanneer de gebruiker kan slingeren en ingevolge daarvan tegen een object botsen of wanneer de touwen kunnen kruisen of
Ÿ
met andere, gebruikt door een andere dichtstbijzijnde gebruiker, verstrikt raken waarvan, het werk MIJDEN.
De valbeveiligingssystemen en redding systemen gebruikt samen met dit toestel MOETEN aan de geldende Europese
Ÿ
normen VOLDOEN (EN 795 - voor verankeringsvoorzieningen; EN 362 - voor verbindingselementen; EN 361 - voor
harnasgordel; EN 360; EN 1496 - voor valstopapparaten; EN 1497 - voor harnasgordel; EN 341 - voor afdaalapparatuur).
De maximale kracht van valbeveiliging (MAF) die op de gebruiker van het systeem voor valbeveiliging werkt (FAS) die een
Ÿ
harnasgordel draagt tijdens het opvangen van een val, wordt in de EU door de wetgeving tot 6 kN beperkt. Het systeem
gebruikt voor de valbeveiliging van de gebruiker moet valbeveiligingapparatuur bevatten die de maximale kracht van
valbeveiliging, die op de gebruiker tijdens opvangen van een val werkt, beperkt tot max. 6kN (bv. een valdemper met kabel
of een valstopapparaat).
Controleren of het toestel verticaal is geplaatst op een vlak, stabiel en hard oppervlak. Het oppervlak moet de belasting
Ÿ
kunnen dragen.
Het statief TRIPOD EVO verzekert in elk geval bescherming voor maximaal één persoon.
Ÿ
Het verankeringstoestel of een verankeringspunt van het valbeveiligingssysteem altijd zo plaatsen en op een dergelijke
Ÿ
manier werken dat de valmogelijkheid en de valhoogte zo mogelijk worden beperkt. Het verankeringstoestel/-punt dient
boven de werkplek van de gebruiker te worden geplaatst. Het verankeringstoestel/-punt moet dergelijke vorm en constructie
hebben om zelfstandig loskoppelen van de elementen te voorkomen. Het minimale statische uithoudingsvermogen van het
verankeringstoestel/-punt bedraagt 12 kN. Het wordt aanbevolen om de gecertificeerde en gemarkeerde structurele
verankeringspunten te gebruiken die aan de norm EN 795 voldoen.
BELANGRIJKSTE REGELS VOOR GEBRUIK VAN PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
De persoonlijke beschermingsmiddelen mogen uitsluitend worden gebruikt door personen geschoold voor veilig gebruik.
Ÿ
De apparatuur mag niet worden gebruikt door personen wier gezondheid extra gevaar kan vormen voor hun eigen veiligheid
Ÿ
tijdens normaal gebruik en een reddingsactie.
Voor elke werkplek dient een reddingsplan te worden bewerkt met inachtneming van de potentiële gevaren.
Ÿ
Het is verboden het toestel op enige manier aan te vullen of aan te passen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
Ÿ
van de producent.
Alle reparaties mogen enkel door de producent van het toestel of zijn geautoriseerde vertegenwoordiger worden
Ÿ
doorgevoerd.
De persoonlijke beschermingsmiddelen mogen niet worden gebruikt buiten de normale beperkingen voor hun gebruik of
Ÿ
anders dan volgens hun bestemming.
De persoonlijke beschermingsmiddelen dienen een voorwerp van persoonlijke zorg te zijn.
Ÿ
Controleer voor gebruik of de onderdelen van het valbeveiligingssysteem compatibel zijn. Periodiek de verbinding en
Ÿ
afstelinrichtingen van de apparatuur controleren om alle losse delen en de mogelijkheid van toevallig loskomen van de
elementen te elimineren.
Het is verboden om een combinatie van elementen toe te passen, waarbij de veiligheidsfunctie van één element wordt
Ÿ
gehinderd of gedupliceerd door de veiligheidsfunctie van een ander element.
Bij verkoop van het apparaat of gebruik van het apparaat in een ander land dan oorspronkelijk voorzien, moet de importeur
Ÿ
zorgen voor een gebruiksaanwijzing en handleidingen voor onderhoud, periodieke servicebeurten en reparaties in de taal
van het land waar het product zal worden gebruikt.
De harnasgordel (in overeenstemming met EN 361) is het enige toegelaten element voor ondersteuning van het lichaam
Ÿ
tijdens gebruik van het valbeveiligingssysteem.
Tijdens het gebruik van de harnasgordel dienen voor aansluiting van het valbeveiligingssysteem enkel aansluitingspunten
Ÿ
met een grote letter "A" te worden gebruikt.
Voor elk gebruik van het valbeveiligingssysteem dient de vrije ruimte op de werkplek onder de gebruiker te worden
Ÿ
gecontroleerd zodat bij een mogelijke val de gebruiker niet tegen de grond of een ander obstakel op de valroute stoot. De
vereiste vrije ruimte dient op grond van de gebruiksaanwijzing van de gebruikte apparatuur te worden berekend.
Er bestaan veel gevaren die de werking van de apparatuur kunnen beïnvloeden. Bij gebruik ervan dienen veel
Ÿ
veiligheidsmaatregelen te worden genomen, en in het bijzonder in geval van:
verschuiving of verstikken van touwen of veiligheidslijnen op scherpen randen,
Ÿ
enige defecten zoals snijden, scheuren, corrosie,
Ÿ
blootstelling aan weersomstandigheden,
Ÿ
slingerval,
Ÿ
extreme temperaturen,
Ÿ
gebruik van chemicaliën,
Ÿ
elektrische geleidbaarheid.
Ÿ
OVERZICHT
Voor elk gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen dient de apparatuur altijd verplicht eerst te worden
Ÿ
gecontroleerd op de juiste werking om zeker te zijn dat de toestand ervan het veilige gebruik mogelijk maakt.
Tijdens de voorafgaande controle van de apparatuur dienen alle elementen noodzakelijk op beschadigingen, te veel slijtage,
Ÿ
corrosie, scheuren, sneden of onjuiste werking te worden onderzocht:
bij harnasgordels en gordels - sluitingen, afstelelementen, aansluitelementen, touwen, hechtingen, lussen;
Ÿ
bij valdempers - verbindende lussen, touwen, hechtingen, behuizing, karabijnhaken;
Ÿ
bij textieltouwen, veiligheidslijnen of leidinglijnen - touw, lussen, hulzen, karabijnhaken, afstelelementen, splitsen;
Ÿ
bij stalen touwen, veiligheidslijnen of leidinglijnen - touw, draden, klemmen, buizen, lussen, hulzen, karabijnhaken,
Ÿ
NL 4/6