Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bedrading Buitenshuis; De Buitenunit Installeren; De Afvoerbuis Voor De Buitenunit Installeren; Koelmiddelleiding - Carrier 42QHC009DS Installationsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 42QHC009DS:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 79

3. DE BUITENUNIT INSTALLEREN

3.3 BEDRADING BUITENSHUIS

● Draai de schroeven los om de afdekplaat van de elektriciteit en de kabelklem te verwijderen.
● Verbind de draden met het klemmenbord van de buitenunit op dezelfde wijze als binnenunit.
Afdekplaat stroomtoevoer
Draad naar beneden om te voorkomen
dat water in de schakelkast komt.
3.4 DE BUITENUNIT INSTALLEREN
● Controleer voor installatie of de basis sterk genoeg is en horizontaal loopt zodat er geen abnormaal geluid wordt geproduceerd.
● Zet de basis stevig vast met ankerbouten (M10) om te voorkomen dat deze het begeeft.
● Plaats de trillingsbestendige rubbertjes voor directe ondersteuning van het bodemvlak van de vastzetpoot die op de bodemplaat
van de buitenunit staat.
Mortelgat (Ø100 mm x diepte 150 mm)

3.5 DE AFVOERBUIS VOOR DE BUITENUNIT INSTALLEREN

● Sluit de uitlaat van de afvoerleiding aan op een verlengslang
● Plaats de afdichtring op de opening van de afvoerleiding.
● Plaats de uitlaat van de afvoerleiding in het gat in de bodem van de buitenunit en draai de leiding 90 graden om de onderdelen stevig
vast te zetten.
9
Klemmenbord
Kabelklem
Buitenunit
Trillingsbestendig rubbertje
Ankerbout (M10)
≥100 mm
Afvoer (Φ100 mm x diepte 150 mm)
Onderste gat van buitenunit
Afdichtring
Uitgang afvoerbuis
Afvoerslang
(niet meegeleverd)

4. KOELMIDDELLEIDING

LET OP
Controleer of het hoogteverschil tussen de binnenunit en de buitenunit en de totale lengte van de koelmiddelleiding
overeenstemmen met de systeemvereisten.
De koelmiddelleidingen worden geïnstalleerd nadat de binnenunit en buitenunit zijn geïnstalleerd. Sluit de leiding eerst aan
op buitenunit en daarna op de binnenunit.
Zorg er tijdens de installatiewerkzaamheden altijd voor dat de uiteinden van de leidingen zijn afgedicht met een kapje of tape
en verwijder deze pas zodra u de leiding gaat aansluiten.
Zorg dat eventuele niet met het product meegeleverde eigen leidingen tot in de buisaansluiting binnen in de unit geïsoleerd
zijn. Blootliggende buizen kunnen leiden tot condensvorming of bij aanraking brandwonden veroorzaken.
Wanneer de buitenunit zich bovenaan bevindt en het hoogteverschil meer dan 10 m bedraagt, adviseren we u om alle
5 tot 8 m een olieretour in de gasleiding te plaatsen. De olieretourleiding moet een radius van meer dan 10 cm hebben.

4.1 OPTROMPEN

OPMERKING
■ Buizen kunnen worden opgetrompt met buizensnijders, ruimers, optrompers
en buizenhouders.
4.1.1 Snijd met een buizensnijder de buis op de gewenste lengte. Zorg ervoor
dat een snijrand van 90° ten opzichte van de zijkant van de buis wordt
gehandhaafd.
Schuin
Onbewerkt
Braam
4.1.2 Verwjider met een ruimer bramen door het snijvlak naar beneden
te houden zodat de schilfers niet in de leiding terechtkomen.
4.1.3 Tromp de leiding op met optrompers die hieronder worden vermeld.
A (mm)
Buiten
diameter
Max
Min
Ø6,35 mm
8,7
8,3
Ø9,52 mm
12,4
12,0
R0,4~0,8
Ø12,7 mm
15,8
15,4
Ø15,88 mm
19,0
18,6
Ø19,05 mm
23,3
22,9
4.1.4 Controleer of het optrompen correct is uitgevoerd. Hieronder ziet
u voorbeelden van leidingen die verkeerd zijn opgetrompt.
Hellend
Beschadigd oppervlak
Gescheurd
Ongelijkmatige dikte
LET OP
Als hard solderen nodig is, dient u met stikstofgas te blazen.
Een verkeerd aandraaimoment leidt tot optrompschade of gaslekken.
4.2 LEIDINGWERK
4.2.1 Centreer de plaat om de flensmoer te kunnen aandraaien en voltooi
de aansluiting met behulp van twee moersleutels.
Flensmoer
Moersleutel
Momentsleutel
Leidingmaat
Draaimoment
Ø6,35 mm
18 ~ 20 Nm
Ø9,52 mm
25 ~ 26 Nm
Ø12.7 mm
35 ~ 36 Nm
Ø15,88 mm
45 ~ 47 Nm
Ø19,05 mm
65 ~ 67 Nm
4.2.2 Gebruik geschikt isolatiemateriaal voor de koelmiddelleiding.
(min. 10 mm, warmte-isolatieschuim C)
■ Voor gas- en vloeistofleidingen moeten afzonderlijke warmte-isolatiebuizen
worden gebruikt.
■ De bovenvermelde dikte geldt als standaard bij een binnentemperatuur
van 27°C en een vochtigheidsgraad van 80%. Bij installatie in ongunstige
omgevingsomstandigheden zoals nabij badkamers, keukens en soortgelijke
locaties moet de isolatie worden versterkt.
■ De isolatie moet hittebestendig zijn tot ruim 120°C.
■ Gebruik de kleefmiddelen op het verbindingsdeel van de isolatie
om te voorkomen dat vocht binnendringt.
■ Scheuren in de isolatie moeten worden gerepareerd en afgedekt.
Controleer vooral ook het gebogen gedeelte of de hanger van de leiding.
10

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis