5.6
Noodvergrendeling
Noodvergrendeling openen
• Noodvergrendelingshendel <1> tot de aanslag in
pijlrichting <B> bewegen, de noodvergrendeling is
geopend (bedrijfstoestand).
Noodvergrendeling sluiten
• Noodvergrendelingshendel <1> tot de aanslag in
pijlrichting <A> bewegen, de noodvergrendeling
is gesloten. Er kan geen water door de
terugstuwbeveiligingklep lopen.
Eerste inbedrijfstelling / configuratie
70 / 180
B
A
1
Afb. [20]
1
016-023