h.koenig DFX500 Benutzerhandbuch Seite 46

worden met een warm sopje. Goed drogen voor gebruik.
WAARSCHUWING: Dompel niet het bedieningspaneel, stroomkabel of stekker onder in een vloeistof.
Om de frituurpan te wassen:
1. Til het bedieningspaneel met het verwarmingselement uit de sleuven door het omhoog te tillen
vanuit het onderste deel met één hand, terwijl u de behuizing van de frituurpan vasthoudt met
uw andere hand.
2. Verwijder het oliereservoir uit de behuizing van de frituurpan.
3. Was het oliereservoir en het frituurmandje met heet water, een niet-schurende spons en afwasmiddel
of een ander niet-giftig schoonmaakmiddel.
Assemblage van de frituurpan
1. Plaats het oliereservoir in de behuizing van de frituurpan. (Fig. 1)
2. Plaats de randen van het bedieningspaneel in de
geleidingsgleuven die op de metalen behuizing zitten. (Fig.2).
3. Schuif de randen zo ver als ze kunnen naar beneden.
Opmerking: De frituurpan heeft een automatische
veiligheidsschakelaar die zorgt dat het apparaat niet zal
functioneren tenzij het bedieningspaneel correct in de
geleidingsgleuven van de behuizing van de frituurpan is geplaatst.
4. laats de handgreep op het frituurmandje door de handgreep
samen te knijpen en in de metalen haak van de frituurmand te
plaatsen. Controleer dat de uiteinde van de staven in de gaten
zitten. Til de handgreep en zet deze vast. (Fig. 3).
Gebruik van de frituurpan
WAARSCHUWING: Nooit de stekker in het stopcontact steken eer het
oliereservoir is gevuld met olie. Zorg altijd dat het bedieningspaneel
goed geplaatst is in de behuizing en dat het verwarmingselement in de
olie zit in het oliereservoir voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
Het vullen van het oliereservoir.
1. Vul het oliereservoir met frituurvet en zorg dat het olieniveau tussen
de 'Min' en 'Max'-aanduidingen in het oliereservoir komt.
Doe er niet te weinig of te veel olie in. Het olieniveau dient te worden
gehouden tussen minimaal (2.2 liter) en het maximum (3 liter), dit is
gemarkeerd in het oliereservoir. (Fig. 4)
2. U kunt plantaardige olie, maïsolie of koolzaadolie gebruiken. Gebruik
geen olijfolie, margarine, varkensvet of dierlijk vet. Vermeng nooit
oud vet met nieuwe en ook niet verschillende oliën of vetten met elkaar.