STAP 2
1.
Doe de Halsriem om zodat deze hoog zit, helemaal boven aan de nek en in contact met
de schedel, terwijl de middenring in het kuiltje net boven de adamsappel aan de
voorkant zit.
2.
De middenring dient parallel aan de hals te zijn, niet
aan de onderkant van het kaakbeen (2A). De Halsriem
moet strak zitten, zodat u er slechts één vinger onder
kunt steken en de riem niet rond de hals kan draaien.
3.
Pak voorzichtig de huid bij de nek en trek deze naar
beneden richting de schouders, terwijl u tegelijkertijd
de Halsriem tegen de onderkant van de schedel houdt
– hierdoor trekt u overtollige huid of vacht onder de
Halsriem vandaan waardoor de riem beter past.
4.
Controleer opnieuw of u slechts één vinger met moeite
onder de riem kunt steken en maak hem strakker
indien nodig (2B). Merk op dat uw hond, ook
al zit de Halsriem veel strakker dan andere
halsbanden, op zijn gemak is, makkelijk kan hijgen
en geen tekenen van pijn of ongemak vertoont.
22
www.petsafe.net
2A
2B