simu T5 ESP Installationsanleitung Seite 8

2.3. Openen van de modus instelling van de eindschakelaars:
- Druk gedurende 3 sec. gelijktijdig op  en . De motor draait kort in één richting en daarna in de andere*.
Ga door met stap 2.4.
2.4. Initialiseren van het stoppen voor een obstakel:
- Druk gedurende 3 sec. op . De motor draait kort in één richting en daarna in de andere*. Ga door met
stap 2.5.
2.5. Instelling van de Eindschakelaar benede:
- Bij de motor T5 ESP / T6 ESP is er geen instelling van de Eindschakelaar boven nodig.
a. Zet de motor op het gewenste eindpunt beneden met behulp van de toetsen  en .
b. Om de Eindschakelaar beneden in het geheugen op te slaan twee keer
achter elkaar op de toets drukken:
1e druk: met een duur van 0,5 sec. motor mag niet gaan draaien.
2e druk: met een duur langer dan 3 sec. zodat de motor kort één kant op
draait en dan de andere*.
2.6. Validatie van de instellingen:
- Druk gelijktijdig op de knoppen  en  gedurende meer dan 3 sec. De motor draait kort in één richting en
dan in de andere*.
- Na handeling 2.6 zijn de instellingen beëindigd. De werking van de motor is niet meer 1 sec. vertraagd ten op-
zichte van de bediening. U kunt de motor nu aansluiten op de schakelaar (§3).
* Druk op de knop totdat de motor kort in één richting draait en dan in de andere.
3
Definitieve bekabeling
- Het is verplicht om een schakelaar te gebruiken waarbij het
onmogelijk is om de toetsen  en  gelijktijdig in te drukken.
- Let op de draairichting (§2.2)
- Het is mogelijk om maximaal 3 motoren T5 parallel aan te
sluiten op één schakelaar.
- De aansluiting van de kabel van de motor moet worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
- De connector moet worden gemonteerd zonder de contact-
punten te beschadigen.
- De aardaansluiting moet worden verzekerd.
- De lengte van de kabel tussen de schakelaar en de motor
mag nooit meer dan 50 m bedragen.
4
Instelling van de eindschakelaar beneden
- Bij de motor T5 ESP / T6 ESP is er geen instelling van de Eindschakelaar boven nodig.
a
b
6s max.
a. Zet de motor op het eindpunt beneden dat is ingesteld in §2.5 met behulp van de toets .
b. Druk 3 keer achter elkaar op de toets , telkens gedurende 6 sec. Aan het einde van de tweede en derde keer drukken draait de
motor kort in één richting en dan in de andere*.
c. Zet de motor op de nieuwe eindpunt beneden met behulp van de toetsen  en .
d. Om de nieuwe positie te valideren drukt u 2 keer achter elkaar op de toets , de eerste keer met een duur van 0,5 s (motor mag niet
gaan draaien) en de tweede keer met een duur van meer dan 3 sec, zodat de motor kort in één richting draait en dan in de andere*.
5
Annulering van de instelling van de eindschakelaars
- Sluit de motor aan op de schakelaar voor de instelling (§2.1)
- Druk gelijktijdig op de knoppen  en  gedurende meer dan 7 seconden. De motor draait kort in
één richting en dan in de andere en dan na enkele seconden opnieuw in de beide richtingen*.
Na deze handeling staat de motor weer in de fabrieksinstellingen, begin de handelingen
opnieuw bij hoofdstuk 2.
2/2
+ >>
6s 6s
6s max.
Blauw
Bruin
Zwart
Geel/groen
Aansluitwaarde op een dedicated lijn
Zekering 10 A
766 W
+ >>
6s
a
b
>>
0,5s
6s max.
PE
L
N
c d
>>
>>
3s
>>
3s
+ >>
3s
>>
3s
Breaker 16 A
1226 W
+ >>
0,5s >3s
6s max.
>> >>
>7s
2s
7s