Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Installatie; Werking; Onderhoud - Elektror HRD 1 T FU-105/0,75 Betriebsanleitung Und Ersatzteilliste

Hochdruck-ventilatoren frequenzumrichterbetrieb
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1

3 Installatie

3.1 Transport
G Controleer voor de montage en de inbedrijfstelling alle onderde-
len op transportbeschadigingen.
G De ventilator niet onbeschermd in de buitenlucht opslaan (tegen
vocht beschermen).
G De hefmiddelen veilig plaatsen. Alleen hefgereedschap en
lastopnamevoorzieningen gebruiken die voldoende sterk zijn.
3.2 Plaatsen, montage
G De ventilator tegen weersinvloeden beschermd, horizontaal plaatsen.
G Niet aan trillings- of stootbelastingen blootstellen.
G De ventilator op de plaats van bestemming op een vlakke,
stevige ondergrond monteren.
G De open zuig- en blaasopeningen met veiligheidsroosters
DIN EN ISO 13857
conform
G Zorgdragen voor voldoende ventilatie van de motor,
max. omgevingstemperatuur +60˚C.
3.3 Elektrische aansluiting
Opmerking!
De door de leverancier van de frequentie-omzetter in de
bedienings- of applicatiehandboeken beschreven
installatie- en veiligheidsaanwijzingen moeten absoluut
worden opgevolgd, om een veilige en storingvrije
werking te garanderen. Speciale aandacht moet worden
besteed aan de correcte elektrische aansluiting resp.
keuze van de elektrische toevoerleidingen, om de
elektromagnetische comptabiliteit (EMC) te bereiken.
De in dit hoofdstuk omschreven werkzaamheden
mogen alleen door een gediplomeerd elektricien worden
uitgevoerd. De aansluiting moet overeenkomstig
het schema in de klemmenkast en de desbetreffende
plaatselijke bepalingen worden uitgevoerd.
Als aandrijfmotor is een draaistroommotor aangebouwd.
G De PTC-temperatuurbewakingen moeten aan de frequentie-
omzetter worden aangesloten.
G De aansluiting voor de aarding zit in de klemmenkast.
u
v
w
-schakeling
(lage spanning)
Controle van de draairichting
De ventilator inschakelen.
De draairichting van de ventilatorbladen moet overeenkomen
met de richting van de pijl op de behuizing.
mogen niet zonder frequentie-omzetter aan het stroomnet worden
aangesloten.

4 Werking

4.1 Door het gebruik van een frequentie-omzetter verkrijgt men een
groot toerental-instelbereik, waarbij maar een gering van de
belasting afhankelijk toerentalverschil tussen onbelast lopen en
maximale belasting optreedt.
afdekken.
u
v
w
-schakeling
(hoge spanning)
De ventilatoren
Voor het ongestoord functioneren van de ventilatoren is het belangrijk,
dat de omzetter aan de volgende eisen voldoet:
G Het omzettervermogen moet gelijk zijn aan of groter zijn dan
dat van de motor *)
G De omzetterstroom moet gelijk zijn aan of groter zijn dan die
van de motor *)
G De ingangsspanning van de omzetter moet gelijk zijn aan de
toegekende motorbelasting.
G De pulsfrequentie van de omzetter moet gelijk aan of groter
dan 8 kHz zijn, omdat een geringere pulsfrequentie veel motor-
geluid veroorzaakt.
G De omzetter moet een aansluiting voor temperatuurvoelers
(PTC-temperatuurvoelers) hebben.
*) Waarde op aanvraag
Het is noodzakelijk de volgende spannings/frequetietoekenning bij
de omzetter in te stellen
U
B
verboden
0
f
B
Onder geen enkele voorwaarde mag aan de omzetter een
hogere frequentie (een hoger toerental) worden ingesteld
dan de frequentie (f
), die op het vermogensplaatje is aan-
B
gegeven, omdat of de motor overbelast wordt of door het te
hoge toerental de ventilator defect raakt.
Er mag bij de omzetter geen z.g. boost worden geplaatst,
omdat dit een overmatige opwarming van de aandrijfmotor
tot gevolg heeft.
De temperatuurvoelers moeten ter bescherming van de
aandrijfmotor aan de betreffende omzetter-ingangen wor-
den aangesloten.
Wisselstroomasynchroonmotoren zijn niet geschikt voor
gebruik met omzetters.
4.2 Wanneer de berekende stroomsterkte van de aandrijfmotor tij-
dens de werking wordt overschreden, is het noodzaak te con-
troleren of de netspanning en -frequentie overeenkomen met
de specificaties van het apparaat (typeplaatje)
4.3 Men mag de ventilator niet aan trillings- of stootbelastingen
blootstellen.

5 Onderhoud

Aan slijtage onderhevige onderdelen vallen onder de door ons
geadviseerde onderhoudsintervallen en vormen een deel van
de geldende garantieclaims. De levensduur van de aan slijtage
onderhevige onderdelen (kogellagers en filters) is afhankelijk
van de bedrijfsuren, de belasting en andere invloeden zoals
temperatuur enz.
5.1 Kogellagers
De ventilator is voorzien van gesloten groefkogellagers, die geen
verdere smering nodig hebben en die een minimale levensduur
hebben van ca. 22000 uren. Voor het aflopen van de levensduur,
minstens 22000 uren, wordt vervanging van de kogellagers
geadviseerd. Bij onderbroken bedrijf/permanent gebruik van 24 uur per
dag mag de bedrijfstijd van 30 maanden niet overschreden worden.
5.2 Fijnfilter
De graad van vervuiling van de filtermatten dient met regel-
matige tussenpozen afhankelijk van de toepassings-/omgevings-
voorwaarden te worden gecontroleerd. Dat wil zeggen, dat het
bedienende personeel verantwoordelijk is voor de doorlaat-
baarheid van de filters.
Opmerking!
Reparaties mogen alleen door de fabrikant worden
uitgevoerd. Reparaties welke door derden worden
uitgevoerd, vallen buiten onze verantwoordelijkheid.
Bij niet inachtneming stijgt
de motorstroom tot one-
venredige hoogte en de
zone
aandrijfmotor bereikt het
toegekende toerental niet.
f
, U
= zie vermogens-
B
B
plaatje
NL
39

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis