Storingsoorzaak
Abnormaal vlammenbeeld
bij vast ingestelde
drukregelaar
Visuele weergave van de
veiligheidsdrukregelaar met
twee trappen S2SR (ÜDS)
staat op ROOD
Geen gasdebiet.
ONDERHOUD
Bij een juiste MONTAGE en BEDIENING is het product onderhoudsvrij.
REPARATIE
Leiden de onder OPLOSSING VAN DE STORING genoemde maatregelen niet tot de
correcte herinbedrijfstelling en is er geen sprake van een ontwerpfout, dan moet het product
voor controle aan de fabrikant worden gezonden. Bij onbevoegde ingrepen komt de garantie
te vervallen.
BUITEN BEDRIJF STELLEN
Eerst het flessenventiel en dan de afsluitarmaturen van de verbruiksinstallatie afsluiten. Wordt
de gas-installatie niet gebruikt, dan moeten alle ventielen afgesloten blijven.
vloeibaar gas moeten met een geschikte dop afgesloten worden om te voorkomen dat er gas
ontsnapt!
10 / 12
Maatregel
Nominale uitgangsdruk van de drukregelaar met nominale
aansluitdruk van de aangesloten verbruiker vergelijken:
bij geen overeenstemming, drukregelaar vervangen
Uitgangsdruk meten; uitgangsdruk ligt niet binnen de
voorgegeven grenzen:
Ontwerp van de installatie controleren
Drukregelaar is defect, vervangen
Filterzeef (optioneel) op vrije doorgang controleren
Veiligheidsdrukregelaar met twee trappen S2SR (ÜDS) is
geactiveerd:
gasvoeding uitzetten
korte stoten gas laten ontsnappen aan het gastoestel
om drukcompensatie te bereiken
indien geen drukcompensatie ontstaat, drukregelaar
vervangen
Gastoevoer is gesloten.
Gasflesventiel, afsluitarmaturen of EFV (SBS) openen.
'T' (TAE) is geactiveerd.
Drukregelaar vervangen.
EFV (SBS) is geactiveerd.
Gehele installatie met vloeibaar gas op dichtheid
controleren.
Na uitvoering van de dichtheidscontrole kan de
drukregelaar weer in bedrijf gesteld worden.
Filterzeef in de ingangsaansluiting is vervuild.
Drukregelaar voor controle naar de fabrikant sturen.
Alle vrije aansluitingen in de toevoerleidingen van de installatie met
Lagedrukregelaar type EN61-DS PS 16 bar