Audio-Technica M2 Einrichtung Und Betrieb Seite 81

Een frequentie selecteren
Aux In jack-connector
De M2R stereo-ontvanger heeft een Aux In "
waarop andere audiobronnen kunnen worden aangesloten, zoals een
click-track of een omgevingsmicrofoon (optionele Audio-Technica
reversmicrofoon, afzonderlijk beschikbaar).
• Om een condensatormicrofoon als een omgevingsmicrofoon te ge
bruiken: selecteer Mic-level op de DIP-schakelaar in de ontvanger
(zie pagina 79), sluit de optionele Audio-Technica knoopsgatmicro
foon aan op de Aux In jack-connector en regel het geluidsvolume
zoals gewenst.
Toepassingen van het systeem
Met in-ear monitoring kunt u eindeloos experimenteren, des te meer
omdat het M2 draadloze in-ear monitorsysteem probleemloos kan
worden geconfigureerd volgens uw persoonlijke wensen en behoeften.
De toepassingen van het systeem zijn dan ook ontelbaar, maar als
leiddraad beschrijven wij hierna enkele typische instellingen.
Opmerking: Volg steeds de instructies voor gebruik van het systeem
als u de volgende instellingen verkent. ( Zie pagina 80 .)
3 bedrijfsmodussen voor de ontvanger: Personal Mix Control,
Stereo, Mono
De ontvangers van het M2 draadloze in-ear monitorsysteem kunnen
op drie manieren worden ingesteld:
Personal Mix Control: De signalen van L/1 en R/2 worden
gemengd. De gebruiker hoort het gecombineerde signaal in beide
oren en kan de mix controleren (door de relatieve sterkte van de
L/1- en R/2-signalen bij te stellen) via de balansregeling van de M2R
ontvanger.
Deze toepassing wordt vaak gebruikt als de zender twee zeer
verschillende mixes ontvangt, bijv. band en stem. Tijdens het optreden
kan de gebruiker bijstellen hoeveel stem en hoeveel band hij in zijn
oortelefoon wil horen.
Stereo instelling: Stereo instelling: De signalen van L/1 en R/2 zijn
gescheiden (worden niet gemengd). De gebruiker hoort L/1 door de
linkerkant van de oortelefoon en R/2 door de rechterkant. De
gebruiker kan het relatieve niveau van elk signaal bijstellen via de
balansregeling van de M2R ontvanger.
Mono instelling: TDe mono instelling wordt gebruikt wanneer er
slechts één mono mix beschikbaar is. De gebruiker hoort de mix
door de linker- en de rechterkant van zijn oortelefoon. Als een
tweesignaals transmissie niet nodig is kan de Mono modus worden
gebruikt om een betere signaal-ruisverhouding te verkrijgen.
Stereo instelling. Zie afbeelding A op pagina 82.
Basis stereo instelling
1. In de M2R stereo-ontvanger:
Zet DIP-schakelaar 2 op Stereo uitgang (omlaag).
Zet DIP-schakelaar 4 op Stereo modus (omlaag). ( Zie pagina 79 )
2. Maak gescheiden linker- en rechterkant band mixes met twee Aux
kanalen van het mengpaneel.
3. Sluit een van deze twee Aux-uitgangen van het mengpaneel aan op
de L/1-ingang van de M2T stereo-zender; sluit de tweede Aux-
uitgang van het mengpaneel aan op de R/2-uitgang van de M2T
stereo-zender.
4. Volg de LED-indicaties op het frontpaneel van de zender en verzeker
u ervan dat het signaal niet wordt geclipt. (Het signaal wordt geclipt
als het piek-indicatielampje continu brandt.)
5. Gebruik indien nodig de fijnregeling om het ingangsniveau bij te stellen.
(vervolg)
• Om de Aux In jack-connector als line-level ingang te gebruiken:
1 / inch" jack-connector
8
6. Gebruik de balansregeling op de M2R stereo-ontvanger om het
7. Regel het geluidsvolume op een comfortabel en veilig niveau.
8. (Optie). Sluit L/1 en R/2 aan op opnameapparatuur via de lusuitgang
9. (Optie). Sluit een optionele Audio-Technica reversmicrofoon
10. U kunt een willekeurig aantal andere M2R stereo-ontvangers op
Personal Mix Control. Zie afbeelding B op pagina 82.
Typische tweekanaals opstelling met Personal Mix Control
1. In de M2R stereo-ontvanger:
2. Maak een band mix met een Aux kanaal van het mengpaneel.
3. Maak een tweede mix met stemmen op een ander kanaal van het
4. Sluit de Aux uitgang van de band mix aan op de L/1-ingang van de
5. Sluit de Aux uitgang van de stemmen mix aan op de R/2-ingang van
6. Volg de LED-indicaties op het frontpaneel van de zender en verzeker
7. Gebruik indien nodig de fijnregeling om het ingangsniveau bij te stellen.
8. Draai de balansregeling van de M2R stereo-ontvanger naar links
9. (Optie). Sluit L/1 en R/2 aan op opnameapparatuur via de lusuitgang
10. (Optie). Sluit een optionele Audio-Technica knoopsgatmicrofoon
selecteer Line-level op de DIP-connector in de ontvanger (zie pagina
79) en sluit de line-level bron (bijv. een click-track) aan op de Aux In
jack-connector.
Opmerking: Als een stereobron (bijv. een MP3-speler) op de Aux
ingang van de M2R stereo-ontvanger moet worden aangesloten,
wees dan zeker dat u een mono-adapter gebruikt om het
materiaal te beschermen tegen de DC-spanning die op de ring
van de stereoconnector.
stereobeeld links/rechts bij te stellen. (Draai de balansregeling linksom
voor een sterker L/1-signaal in de oortelefoon; draai de balansregeling
rechtsom voor een sterker R/2-signaal.)
Opmerking: Regel het volumeniveau zo laag mogelijk.
van de M2T stereo-zender.
(afzonderlijk leverbaar) aan op de M2R stereo-ontvanger om een
betere indruk te krijgen van het omgevingsgeluid.
dezelfde frequentie aansluiten en daarmee dezelfde mix ontvangen.
Zet DIP-schakelaar 2 op Mix uitgang (omhoog).
Zet DIP-schakelaar 4 op Stereo modus (omlaag).
mengpaneel. (De tweede mix kan ook gitaren, drums, klavieren enz.
bevatten.)
M2T stereo-zender.
de M2T stereo-zender.
u ervan dat het signaal niet wordt geclipt. (Het signaal wordt geclipt
als het piek-indicatielampje continu brandt of als u het geluid
vervormd hoort.)
voor een sterker stemmensignaal (L/1) door de linker- en de
rechterkant van de oortelefoon; draai de balansregeling van de
ontvanger naar rechts voor een sterker band signaal (R/2) door de
linker- en de rechterkant van de oortelefoon.
van de M2T stereo-zender.
(afzonderlijk beschikbaar) aan op de M2R stereo-ontvanger om een
betere indruk te krijgen van het omgevingsgeluid.
81
NE
Vervolg op pagina 82