Siemens DE 18505 Montageanleitung Seite 8

Monteer het doorstroom heetwaterapparaat volgens de
afbeeldingen. Volg de instructies in de tekst op.
V eilig he id s v oo r s c h r i f t e n
I
Het doorstroom heetwaterapparaat mag uitsluitend
door een installateur aangesloten en in gebruik
worden genomen.
I
De wettelijke voorschriften van het betreffende land, van
het plaatselijke energiebedrijf en van het
waterleidingbedrijf opvolgen.
I
Het doorstroom heetwaterapparaat is een apparaat van
beschermklasse I en moet worden aangesloten op een
aardleiding.
I
Het toestel moet duurzaam op vast geïnstalleerde
leidingen worden aangesloten.
I
Om te voldoen aan de geldende veiligheidsvoorschriften
moet de installatie zijn voorzien van een stroomonder-
breker voor alle polen. De contactopening moet minimaal
3 mm bedragen.
I
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor gesloten
(drukvast) gebruik.
I
Armaturen moeten goedgekeurd zijn voor gebruik met
gesloten (drukvaste) doorstroom heetwaterapparaten.
I
Het doorstroomtoestel kan op een koudwaterleiding
aangesloten of met voorverwarmd water (zonnewarmte-
systeem) worden gebruikt. Daarvoor letten op de
technische gegevens en de speciale accessoires.
I
Het doorstroom heetwaterapparaat is geschikt voor
aansluiting op goedgekeurde kunststof buizen.
I
Het doorstroom heetwaterapparaat uitsluitend
installeren in een vorstvrije ruimte.
I
De elektrische aansluitkabel voor de montage
spanningsloos maken en de wateraanvoer afsluiten!
I
De elektrische aansluiting pas uitvoeren nadat het
water is aangesloten.
I
Maak in de achterzijde uitsluitend gaten die nodig zijn
voor de montage. Als het apparaat opnieuw wordt
gemonteerd, moeten de ongebruikte gaten waterdicht
worden afgesloten.
I
Onder spanning staande onderdelen mogen na de
montage niet meer aangeraakt kunnen worden.
Mont a g e
I. Uitpakken/kap verwijderen
I
Het apparaat uitpakken en controleren op transport-
schade.
I
De verpakking en eventueel het oude apparaat op
milieuvriendelijke wijze afvoeren.
8
NL
II. Montagevoorbereiding
I
Watertoevoer afsluiten. De elektrische aansluiting (aan-
sluitkabel) moet spanningvrij zijn. Zekeringen uitdraaien of
uitschakelen.
III. Montage op de muur
I
Het doorstroom heetwaterapparaat moet vast op de
muur worden gemonteerd. Bevestig het apparaat
eventueel aan de onderste stelschroeven.
I
De afstand tot de muur is variabel. Zo kunnen
oneffenheden van de muur worden gecompenseerd.
I
De tule moet de aansluitkabel nauw omsluiten. Als de
tule beschadigd raakt tijdens de montage, moeten de
gaten waterdicht worden afgesloten.
IV. Wateraansluiting
I
Het doorstroomtoestel moet worden ontlucht.
Open daarvoor de warmwaterkraan helemaal en spoel
het toestel gedurende één minuut door.
V. Elektro-aansluiting/Montage
I
De netaansluitklem kan boven of beneden gemonteerd
worden. De mantel van de aansluitkabel moet minstens
40 mm in het toestel naar binnen steken.
I
Alvorens de kap te sluiten de lintkabel van de bedienings-
unit op de regelunit inpluggen.
Ingebruikneming/Aanvullende
VI.
informatie
I
Verwijder bij een lage waterleidingdruk de doorstroom-
begrenzer (zie afbeelding A).
I
Leg de gebruiker uit hoe het doorstroom
heetwaterapparaat wordt bediend.
Wanneer het doorstroomtoestel wegens te geringe
A
waterdruk in uw huisinstallatie geen voldoende
doorstroming krijgt, moet u de doorstroombegrenzer
verwijderen.
Voorrangschakeling voor de combinatie met elektri-
B
sche reservoirverwarmingsapparaten:
Voor het gebruik met voorrangschakeling is een
speciaal lastafwerprelais BZ 45L20 (speciaal
toebehoren) vereist. Andere, reeds aanwezige
lastafwerprelais, met uitzondering van elektronische
lastafwerprelais, kunnen gebrekkig functioneren.
Statusaanduiding in het apparaat
C
LED
Uit
Aan (20/s)
Langzaam knipperen
(1/s)
Snel knipperen
(4/s)
Lang-lang-kort
knipperen
Apparaatstatus
Uit
Standby
Apparaat verwarmt
De vermogensgrens is bereikt. Het door-
stroomregelventiel reduceert de water-
doorstroom.
Bij eerste inbedrijfstelling of na netstoring
wordt automatisch een korte koudspoel-
fase uitgevoerd (apparaatbeveiliging).