Verklaring van aanduidingen en
Zendcontrolelampje
Een radiosignaal wordt gesignaleerd door het oplichten van het zendcontrole-
lampje.
Bedieningstoets
De toetscommando's worden achtereenvolgens in de commandovolgorde IN-
LOPEN - STOP - UITLOPEN - STOP enz. omgezet.
36 - nl
toetsen
Bedieningstoets
Programmeer-
toets
Functiebeschrijving
Regensensor (blauw)
Zonnesensor
Windsensor
Referentiesensor
Zendcontrolelampje