Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Chicco BEST FRIEND CROSSOVER Bedienungsanleitung Seite 38

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 21
sene worden verricht.
REINIGEN
De stof van de wandelwagen kan niet verwijderd worden. Reinig
de stoffen delen met een vochtige spons en een neutraal was-
middel. Reinig de kunststof delen regelmatig met een vochtige
doek. Na eventuele aanraking met water moeten de metalen
delen afgedroogd worden om roestvorming te voorkomen.
Geen oplos- of schuurmiddelen gebruiken. Hierna worden de
wassymbolen en hun betekenis weergegeven:
Niet wassen
Niet bleken
C
Niet in de droogtrommel drogen
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen
ONDERHOUD
Smeer de bewegende delen indien nodig met droge siliconen-
olie. Controleer periodiek de slijtagestaat van de wielen en houd
ze vrij van stof en zand. Verzeker u ervan dat de kunststoffen
delen die over de metalen buizen lopen vrij zijn van stof, vuil
en zand om wrijving te voorkomen, wat de goede werking
van de wandelwagen kan schaden. Berg de wandelwagen op
een droge plaats op.
EERSTE MONTAGE VAN DE WANDELWAGEN
1. Open de vergrendelhaak (Afb. 1) en duw de voorkant van de
wandelwagen naar voren tot u de vergrendelklik hoort (afb. 2).
2. Breng het voorwiel aan door het in de hiervoor bestemde
opening te steken tot u de vergrendelklik hoort (Fig. 3). Herhaal
dezelfde handeling bij het tweede voorwiel.
3. Om de achterwielen te monteren steekt u de wielpin in de
opening van de achterpootbuis, zorg ervoor dat het platte
gedeelte van de pin samenvalt met het platte gedeelte in de
opening in het frame, zoals wordt getoond op afbeelding 4.
Herhaal dezelfde handeling bij het andere wiel.
WAARSCHUWING: Verzeker u ervan, alvorens de wandelwagen
te gebruiken, dat de wielen goed aan het frame zijn vastgezet.
4. Monteer de mand met het gedeelte met de lintjes naar de
voorste buis gericht, steek de lintjes in de daarvoor bedoelde
lussen op het frame en maak ze vast met de drukknopen
(afb. 5).
Bevestig het middelste gedeelte van de mand aan de achterste
stang met de daarvoor bedoelde drukknopen.
Bevestig de mand aan het middelste gedeelte van de achterste
buis door hem aan beide zijden vast te maken met de druk-
knopen A getoond op afbeelding 5A. Om de montage af te
werken wikkelt u de stof om de buis en bevestigt u hem met
de drukknopen B (afb. 5B) .
HET ZITJE MONTEREN: WANDELWAGENCONFIGURATIE
Het frame van de wandelwagen en het dichtgeklapte zitje
bevinden zich in de verpakking.
5. Om het zitje op de wandelwagen te monteren moet u het
openen door de zitting weg te trekken van de rugleuning zoals
wordt getoond in de figuren 6 – 6A, tot u de vergrendelklik
hoort. Met de hendel op de rugleuning kunt u de stand van
de koppelingen wijzigen (afb. 6B). Nu kunt u het zitje op het
frame installeren. Het zitje kan in beide richtingen op de
wandelwagen worden gemonteerd: zowel naar de straat
gericht als naar de ouder gericht (afb. 6C).
WAARSCHUWING: Verzeker u ervan dat het zitje inderdaad
geïnstalleerd is, door het omhoog te trekken (afb. 6D).
6. Om het zitje te demonteren drukt u op de grijze knoppen
aan de zijkanten en trekt u het omhoog (Fig. 7).
WAARSCHUWING: Verwijder het zitje niet van de wandelwa-
gen, terwijl het kind erin zit.
HET ZITJE AFSTELLEN
Als het zitje eenmaal op het frame is gemonteerd, kan het op
drie verschillende schuine standen worden afgesteld.
7. De gehele zitting kan in de schuine stand gezet worden met
de hendel op de bovenste rand van de rugleuning (afb. 8).
DE VOETENSTEUN AFSTELLEN
8. De voetensteun kan op drie standen worden afgesteld door
de drukknoppen, die worden getoond in Fig. 9, tegelijk in
te drukken.
VERWIJDERBARE BUMPER BAR
De wandelwagen is uitgerust met een verwijderbare bumper
bar.
9. Om hem te verwijderen hoeft u maar op de knoppen aan
de zijkanten te drukken (Fig. 10).
10. Om het kind in de wandelwagen te zetten en het eruit
te halen kan de bumper bar aan één enkele kant worden
losgemaakt (Fig. 11).
WAARSCHUWING: Doe het kind altijd de veiligheidsgordels
om. De bumper bar is GEEN bevestigingssysteem voor het kind.
WAARSCHUWING: De bumper bar mag niet worden gebruikt
om de wandelwagen met het kind erin op te tillen.
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
11. De wandelwagen is uitgerust met een reeds gemonteerd
veiligheidssysteem met vijf verankeringspunten bestaande
uit twee schouderbanden, twee afstellussen, een buikgordel
en een tussenbeenstuk met gesp.
WAARSCHUWING: Om de gordels aan de lichaamsbouw van
het kind aan te passen gebruikt u de schoudergordels door
ze eerst door de twee afstelopeningen te halen, zoals wordt
getoond in Fig. 12.
12. Na het kind in de wandelwagen te hebben gezet doet u hem
de veiligheidsgordels om door de twee gesptongen eerst
door de opening van de schouderbanden te laten lopen (Fig.
13) en ze vervolgens in de gesp van het tussenbeenstuk te
steken (Fig. 13A); stel de lengte van de gordels af door ze op
de schouder en het lichaam van het kind aan te laten sluiten.
13. Druk op de zijtongen en trek eraan om de buikgordel los
te maken (Fig. 14).
WAARSCHUWING: Altijd het veiligheidstuigje gebruiken.
Voor de veiligheid van uw kind gebruikt u altijd alle vijf de
verankeringspunten van de veiligheidsgordels.
REM
De wandelwagen is uitgerust met een pedaalrem op het rech-
terachterwiel.
14. Om de wandelwagen op de rem te zetten moet u het pedaal
met een voet omlaag drukken (Fig. 15).
Om de wandelwagen van de rem te halen moet u het pedaal
omhoog duwen (Fig. 15A).
WAARSCHUWING: Gebruik altijd de rem als u stopt. Laat de
wandelwagen nooit met het kind erin op een helling staan,
ook al staat hij op de rem.
WAARSCHUWING: Na de wandelwagen op de rem te hebben
gezet verzekert u zich ervan dat de remmen goed op beide
achterwielgroepen geplaatst zijn.
ZWENKWIELEN
De wandelwagen is uitgerust met zwenkende/vaste voorwielen.
Aangeraden wordt de vaste wielen op bijzonder onregelmatig
terrein te gebruiken. De wielen op de zwenkstand worden
daarentegen aangeraden voor een betere manoeuvreerbaar-
heid van de wandelwagen op normale wegen.
15. Om de voorwielen te doen zwenken duwt u de hendel,
getoond op afbeelding 16, naar buiten, herhaal op het
andere wiel.
Om de voorwielen vast te zetten duwt u de hendel, getoond
38

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis