Uitschakelen - Black & Decker GD300 Handbuch

Druk de vergrendelingsknop op de hoogteafsteller met
drie standen in en draai de afsteller in een van de drie
beschikbare standen, zoals afgebeeld in fig. E. Zodra
u de gewenste positie hebt bereikt, laat u de
vergrendelingsknop los zodat deze aangrijpt in
de behuizing van de harkmachine (2).
De drie standen worden aangeduid door markeringen
op de zijkant van de behuizing van de harkmachine,
zoals afgebeeld in fig. E.
De drie standen voor de harkhoogte zijn:
Laagste stand (1). Gebruik deze stand als u het gazon
bijzonder krachtig wilt harken. In deze stand wordt alle
vuil en stro dat zich onder aan het gras heeft verzameld
verwijderd door de harkmachine. In deze stand worden
ook mos en onkruid verwijderd.
Middelste stand (2). Gebruik deze stand als u het
gazon matig wilt harken. Deze stand is geschikt voor
de meeste gazons.
Hoogste stand (3). In deze stand wordt het gazon
lichtjes geharkt en geveegd. U kunt de harkmachine
ook in deze stand gebruiken om platgetrapt gras en
uitlopers (de kruipende stelen van grassen en onkruid,
zoals klaver) 'op te tillen' zodat u deze kunt maaien. De
stand voor vegen/lichtjes harken is ideaal voor gevallen
bladeren en voor het verzamelen van grasmaaisel dat
na het maaien is achtergebleven op het gazon.
Gebruik
In- en uitschakelen
Inschakelen
Houd de handgreep met beide handen vast en kantel
deze een beetje naar beneden zodat de voorkant van
de machine wordt opgetild.
Druk de ontgrendelingsknop (4) in en trek de
schakelaarhendel (5) naar u toe.
Laat de ontgrendelingsknop (4) los.
Laat de machine terugkeren in de werkpositie.

Uitschakelen

Laat de schakelaarhendel (5) los om de machine uit te
schakelen.
Probeer nooit om een schakelaar in de ingeschakelde stand
te vergrendelen.
Waarschuwing! Laat de machine in zijn eigen tempo
werken. Niet overbelasten.
Een goed verzorgd gazon vereist meer dan één keer in de
week maaien tijdens de zomer. Door een goede harkbeurt
wordt dood gras, mos en onkruid verwijderd en gaat het
gazon er beter uitzien.
Door ophoping van dood gras ontstaat een mat van
absorberende vezels die voorkomt dat water tot de grond
doordringt en als deze mat vol met water blijft, kunnen
grasziektes in de hand worden gewerkt en kunnen gezonde
grassen niet wortel schieten.
Leg het grootste deel van het verlengsnoer dicht bij het
beginpunt op het gazon (fig. F, positie 1).
Houd de handgreep met beide handen vast en houd het
bovenste deel van het verlengsnoer in de hand die
u niet voor de schakelaarhendel gebruikt.
Waarschuwing! Probeer de harkmachine niet met één
hand te gebruiken, u moet de machine met beide handen
besturen.
Schakel de machine in op de hiervoor beschreven
wijze.
Loop over het te harken gebied van positie 1 naar
positie 2. Als u positie 2 bereikt, draait u rechtsom en
gaat u naar positie 3. Ga door tot het einde van het te
harken gebied, draai linksom en ga door naar positie 4.
Ga door zoals weergegeven in de linkerafbeelding en
werk altijd van de kabel vandaan. Ga niet te werk zoals
in de rechterafbeelding wordt weergegeven, waarbij
u naar het snoer toe werkt, omdat dit een gevaarlijke
werkwijze is.
We raden aan om, nadat u het gazon hebt geharkt, alle vuil
van de harkmachine te verwijderen voordat u deze opbergt.
Raadpleeg het gedeelte 'Onderhoud' in deze handleiding.
Opmerking: U verkrijgt het beste resultaat als u uw gazon
of met gras bedekte gebied regelmatig harkt en als u niet
harkt wanneer het gras nat is.
Als u over de rand van het gazon harkt, drukt u de
handgreep naar beneden zodat de wielen niet over
de rand heen zakken.
Waarschuwing! Steek geen beschadigd snoer in het
stopcontact en raak een beschadigd snoer niet aan voordat
dit uit het stopcontact is verwijderd. Door een beschadigd
snoer kan contact ontstaan met onderdelen die onder
spanning staan.
Waarschuwing! Raak de scherpe punten niet aan voordat
het netsnoer uit het stopcontact is gehaald en de punten
volledig stilstaan.
Waarschuwing! Houd toezicht op kinderen om ervoor
te zorgen dat zij niet met het apparaat gaan spelen.
Waarschuwing! Dit gereedschap mag niet worden gebruikt
door personen (waaronder kinderen) die lichamelijk of
geestelijk mindervalide zijn of die geen ervaring met of
kennis van dit gereedschap hebben, tenzij ze onder toezicht
staan of instructies krijgen wat betreft het gebruik van het
gereedschap van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
NEDERLANDS
27