Inhaltsverzeichnis
Werbung
Bedieningspaneel
Afb. 2
1
Temperatuurindicatie
(geeft 4 verschillende temperaturen
aan)
a) Ingestelde temperatuur
De ingestelde temperatuur wordt
aangegeven.
b) De temperatuurindicatie
knippert
Als de temperatuurindicatie 1
knippert, dan is het in de
diepvriesruimte te warm geweest.
c) De indicatie AL" knippert
Als de indicatie 1 AL" knippert,
dan is het door stroomuitval of door
een storing in de diepvriesruimte
te warm.
Na het indrukken van de alarmtoets 6
wordt op indicatie 1 gedurende vijf
seconden de warmste temperatuur"
aangegeven die in de diepvriesruimte
heeft geheerst.
Hierna wordt deze waarde gewist.
d) De indicatie geeft SU" aan
Als indicatie 1 SU" aangeeft, dan is
het supervriessysteem ingeschakeld.
2
De indicatie alarm" brandt,
tegelijkertijd knippert indicatie 1 AL"
en is een alarmsignaal te horen.
In de diepvriesruimte is het te warm.
De indicatie gaat uit als in
diepvriesruimte de
bedrijfstemperatuur is bereikt.
3
Indicatie super"
(geeft 2 functies aan)
a) De indicatie brandt
als het supervriessysteem
is ingeschakeld.
b) De indicatie knippert
als de stroom was uitgevallen.
4
Insteltoets voor de temperatuur
De temperatuur in de diepvriesruimte
kan van -16 °C tot -26 °C worden
ingesteld. De toets een aantal keren
indrukken of ingedrukt houden tot
de gewenste temperatuur wordt
aangegeven.
5
Toets super"
Om het supervriessysteem in en uit
te schakelen.
De indicatie 3 super" en de indicatie
1 SU" worden aangegeven.
nl
63
Werbung
Inhaltsverzeichnis
