Verwarmingscurve / Vorstbescherming; Uitleesmodus - Rapido Econpact 50 BE Installationsanleitung

Druk ter bevestiging van de invoer de
bevestiging zal de functie-indicatie niet meer knipperen; de
invoer is opgeslagen.
Voor de Terugkeer naar de bedrijfsmodus zolang op de
toets drukken, tot de standaardweergave wordt afgebeeld (zie
hoofdstuk 7.1), of een minuut lang geen toets indrukken.
Wanneer een OpenTherm-regeling is geïnstalleerd, kunnen
bepaalde invoeren en indicaties direct met de regeling wor-
den uitgevoerd. Neem hierbij de beschrijving van de
regeling in acht.
7.3

Verwarmingscurve / vorstbescherming

De verwarmingscurve kan worden ingesteld conform de
buitentemperatuur en de gewenste CV-aanvoertemperatur.
Hiervoor wordt het nummer van de verwarmingscurve door
middel van parameter 6 in de programmeermodus (hfd. 7.2)
of door middel van parameter 12 in de parametermodus
(hfd. 7.5) worden ingevoerd.
De in afb. 7.1 afgebeelde verwarmingscurven zijn beperkt
door de maximale aanvoertemperatuur van 85 °C. Wanneer
de keteltemperatuur door middel van de parameter 11 (zie
hfd. 7.5) wordt gereduceerd, dan is ook de gekozen
verwarmingscurve tot deze temperatuur beperkt.
De voetpunt van de verwarmingscurve is in de fabriek bij
een buitentemperatuur van 20 °C op een
aanvoertemperatuur van 30 °C ingesteld. Deze voetpunt
kan conform hfd. 7.5 tussen 20 °C en 40 °C worden
gewijzigd. De verwarmingscurven verschuiven
daarbij¨parallel in verticale richting.
verwarmingscurves
Afb. 7.1
buitentemperatuur
Bij de toepassing van een weerafhankelijke
regeling wordt de verwarmingscurve via het
bedieningspaneel van deze regeling ingesteld.
Neem hierbij de beschrijving van de regeling in
acht.
Zonder externe weerafhankelijke regeling
geschiedt de instelling direct via de display.
Bij een toesteltemperatuur beneden de 5 °C wordt
het toestel in de vorstbeschermingsmodus
geschakeld. Hierbij wordt het toestel zich bij een
draaiende CV-pomp verwarmd tot 15 °C.
Bij de toepassing van een weerafhankelijke
regeling met buitenvoeler kan de vorstbescherming
via deze regeling geschieden.
toets in. Na de
7.4
In de uitleesmodus kunnen de laatste 10
storingsmeldingen en de bedrijfsuren in het verwarmings-
en in het warmwaterbedrijf worden uitgelezen.
Om in de uitleesmodus te belanden, dient u tegelijkertijd
meer dan 3 seconden lang de
drukken.
Door de
bedrijfsuren van de brander in het verwarmings- en
warmwaterbedrijf worden uitgelezen.
Wanneer de
bedrijfsuren in het warmwaterbedrijf op dezelfde manier
worden uitgelezen. Hierbij verschijnt in plaats van "c" een
"t" resp. een "b"op de functie-indicatie.
Door de
storingsmeldingen weer aangegeven.
Terugkeer in de bedrijfmodus
Om terug te keren naar de normale indicatie, dient u nog
een keer de
lang geen toets in te drukken.

Uitleesmodus

en de
De functie-indicatie geeft de volgorde van de
laatste 10 storingsmeldingen aan (0-9). De
bijbehorende storingsmelding wordt door de
code-indicatie aangegeven.
Door middel van de
de storingsmeldingen een voor een worden
opgeroepen. Hierbij krijgt de laatste storing
de positie 0. In het voorbeeld is de
storingscode 08 (zie ook hfd. 8) afgebeeld.
Bij een nieuwe storing wordt de
storingsmelding van de positie 0 p de
positie 1 geschreven en de storingsmelding
van de positie 1 op de positie 2 enz.
Hierbij wordt de oudste storingsmelding
telkens gewist.
Neem bij storingen contact op met uw installateur.
toets opnieuw in te drukken kunnen de
In de functie-indicatie verschijnt "c" voor
verwarmingsbedrijf en de
temperatuurindicatie geeft de bedrijfsuren
van de brander in de verwarmingsbedrijf aan.
Hierbij wisselt de indicatie om de seconde
tussen de 100-uur- (met punt) en de 1-
uurindicatie (zonder punt). Zo wordt
bijvoorbeeld een bedrijfstijd van 12 h met 00.
voor de 100-uur- en met 12 voor de 1-
uurindicatie afgebeeld.
Bij een bedrijfstijd van bijvoorbeeld 9980 h
wisselt de indicatie tussen 99. en 80.
toets opnieuw word ingedrukt, kunnen de
toets opnieuw in te drukken, worden de
en de toets in te drukken of één minuut
toets in te
of de toets kunnen
77