•
Verwijder de gasaansluiting (1) .
•
Verwijder de twee vleugelmoeren (2).
1
2
Afb. 6.5
•
Neem de brander eraf.
,
Afb. 6.6
•
Controleer de vervuiling van de lamellen van de
warmtewisselaar en reinig deze, indien noodzakelijk,
met een kunststof borstel.
Afb. 6.7
•
Schoonmaken van de condensaatsifon aan de onderkant
van het toestel.
1 Sifon ledigen
2 Druipbuis voor het vuil
demonteren
2
3 Druipbuis vullen
4 Druipbuis monteren
•
Verwijder het deksel van de condensaatbak ter controle.
Afb. 6.8
Let bij het monteren op de pijlpositie!
•
Monteer de onderdelen weer in omgekeerde volgorde.
Hierbij dienen de vleugelmoeren zodanig te wor-
den vastgedraaid, dat de schroefdraden van de
veren elkaar raken. Monteer een nieuwe
gasafdichting tussen de gasaansluitbuis en de
brander.
•
Stel het toestel weer in bedrijf.
Controleer het toestel op gasdichtheid.
•
Controleer de gasstroming (hfd. 5.2.1) en voer een
emissiemeting door.
75