Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

patura p1 Bedienungsanleitung Seite 46

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

• Het gras rantsoeneren. (stripgrazen)
N.B.:
Voor kleine en voor wilde dieren moeten extra draden erbij gebruikt worden. Als het
raster beter te zien moet zijn (b.v. bij paarden), zou lint gebruikt moeten worden.
Installatie en test van een aardingssysteem
Kies een geschikte plaats voor een aardingssysteem, Deze plaats moet:
• Minimaal 10 m afstand van andere aardingssystemen (b.v. telefoon en stroomleidingen) hebben.
• Buiten het bereik van dieren en/of ander erf verkeer zijn, die evt. de installatie kunnen storen.
• Voor onderhoudswerk eenvoudig onder toezicht te houden zijn.
• Een vochtige grond hebben (dus op een schaduwrijke of moerasachtige plaats).
De aarding moet niet direct naast het schrikdraadapparaat zijn.
Zet de PATURA aardpennen in de grond. Neem een geïsoleerd grondkabel en aardings aans-
luitkabels om de aardpennen met de aardingsaansluiting van het schrikdraadapparaat in serie
aan te sluiten. Let erop dat de isolatie ver genoeg afgetrokken wordt om een goed contact
(verbinding) tussen draad en aardpen te garanderen. In de tabel beneden staat de aanbevo-
len minimum aantal van 1 m aardpennen voor een aardingssysteem. Vaak vooral bij slecht
geleidende en droge grond zijn altijd meerdere en langere aardpennen nodig.
P1 / 0,5 J: minstens 1 aardpen
P2 / 1,0 J: minstens 1 aardpen
P3 / 2,0 J: minstens 2 aardpen
P4 / 3,0 J: minstens 2 aardpen
P5/ 3,8 J: minstens 3 aardpen
Om het aardingssysteem de testen gaat u als volgt voor:
1. Schakel het schrikdraadapparaat aan
2. Veroorzaak op een minimale afstand van 100 m van het schrikdraadapparaat een
kortsluiting aan het raster, m.b.v. meerdere staalpalen of buizen tegen het raster te
plaatsen. De besten resultaten krijgt u als de rasterspanning op die plaats onder de
2000 V daalt. Bij droge of zanderig grond moeten de staalpalen 300 mm diep in
de grond geslagen worden.
3. Schakel het schrikdraadapparaat weer aan.
4. Controleer met een PATURA digitaal­voltmeter dat de rasterspanning onder 2 kV ligt.
5. Controleer u aardingssysteem. Steek de aardpen van de voltmeter op afstand (zover de
kabellengte toelaat) van de laatste aardpen in de grond en hou de contact aan de laatste
- 46 -

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

P2P5P3P4

Inhaltsverzeichnis