Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Scheppach MFH5300-4BP Originalanleitung Seite 92

Benzin multifunktionsgerät
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MFH5300-4BP:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
• De uitlaatgassen van verbrandingsmotoren zijn gif-
tig en kunnen onder meer leiden tot verstikking. Het
is niet toegestaan om de bosmaaier in gesloten of
slecht geventileerde ruimten te gebruiken.
• Vul de benzinetank alleen buiten of in goed geventi-
leerde ruimten.
• Benzine en benzinedampen zijn zeer brandbaar.
Houd het weg van brandbare materialen en ontste-
kingsbronnen, zoals ovens of kachels.
• Niet roken tijdens het tanken of het bedienen van
het apparaat.
• Verwijder onmiddellijk gemorste benzine.
• Start de bosmaaier alleen op een plek ver van de
plaats van het tanken.
• Zorg ervoor dat de dop van de brandstoftank goed
gesloten is. Let op eventuele lekkage.
• Als de motor draait of warm is, is het niet toegesta-
an om de dop van de brandstoftank te openen of de
tank te vullen met benzine.
• Open de dop van de brandstoftank langzaam, zodat
de benzinedamp kan ontsnappen.
• Zorg ervoor dat de handgrepen droog, schoon en
vrij van benzine gemengd met olie zijn.
• Gebruik het gereedschap niet zonder uitlaatpijp of
wanneer de uitlaatpijp niet goed is geïnstalleerd.
• Raak de uitlaatpijp niet aan, er bestaat een risico op
brandwonden.
• Gebruik alleen de in de handleiding aanbevolen
brandstof. Bewaar benzine alleen in containers die
ontworpen zijn voor dit doel en bewaar deze op een
veilige plaats.
• Sta altijd lager dan de bosmaaier tijdens het maaien
op een helling.
• Zorg er altijd voor dat er zich geen voorwerpen of
ander vuil in de maaikop, de beschermende kap of
in de motor bevinden.
• Schakel het gereedschap altijd uit voordat u deze
neerlegt.
• Gebruik geen ijzerdraad of dergelijke in de snij-
lijnspoel.
• Werk uitsluitend tijdens het daglicht of wanneer het
werkgebied goed is verlicht met behulp van een ver-
lichting.
• Onderwerp het gereedschap aan een visuele ins-
pectie voor elk gebruik.
• Controleer of alle schroeven en verbindingsdelen
zijn aangedraaid.
• Gebruik altijd beide handen om het gereedschap
vast te houden.
• Controleer voor elk gebruik het apparaat, de on-
derdelen en bescherming op schade of slijtage en
voer, indien nodig, de reparaties uit. Maak nooit de
bescherming- en veiligheidsonderdelen onbruikbaar.
Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigin-
gen of tekenen van slijtage zichtbaar zijn.
• Houd het gereedschap schoon en functioneel om
beter en veiliger werk te garanderen.
• Houd altijd een veilige afstand tussen het apparaat
en uw lichaam tijdens het werk.
92
NL
• Schakel het gereedschap altijd uit wanneer het werk
onderbroken wordt of bij wijziging van de locatie;
wacht tot het draaiende gedeelte volledig tot stil-
stand is gekomen en zet de motor af.
• Laat het gereedschap nooit zonder toezicht op de
plaats van het werk. Bewaar het gereedschap op
een veilige plaats wanneer het werk wordt onder-
broken.
• Personen die de machine bedienen, mogen niet
worden afgeleid, daar men de controle over het ge-
reedschap kan verliezen.
• Gebruik nooit het gereedschap bij regen of in een
vochtige of natte omgeving en berg deze niet buiten
op.
• Mocht het apparaat nat worden, wacht tot deze he-
lemaal droog is voordat u deze opnieuw gebruikt.
• Vóór de aanvang van de werkzaamheden is het
raadzaam om de te maaien oppervlakte te controle-
ren op eventuele aanwezige voorwerpen en deze te
verwijderen. Mocht u desondanks een voorwerp te-
genkomen tijdens het maaien, schakel het apparaat
uit en verwijder dit object.
• Als het gereedschap is vastgelopen door een voor-
werp (stenen, stapel gras), schakel het uit en ver-
wijder het object met een stomp voorwerp. Gebruik
nooit uw vingers om vastgeklemde voorwerpen te
verwijderen, daar dit ernstige verwondingen kan ver-
oorzaken.
• Houd altijd het draaiende apparaat verwijderd van
uw lichaam.
• Let op: het apparaat loopt altijd nog enige tijd door
nadat de motor is uitgeschakeld!
• Laat de motor niet in overbelaste toestand draaien
en gebruik deze niet voor werk waar het apparaat
niet voor is ontworpen.
• Controleer altijd of de ventilatieopeningen vrij zijn
van vuil.
• Bewaar het gereedschap buiten het bereik van kin-
deren.
• Bewaar het gereedschap op een veilige en droge
plaats.
• Controleer de motor op schade na stoten of op an-
dere schade.
• Houd lichaamsdelen en kledingstukken uit de buurt
van de trimmerkop als u de motor start of draaiende
houdt.
• Houdt u altijd in gedachten dat vooral tijdens het
maaien van graskanten, grindpaden en soortgelijke
locaties, stenen en vuil door de snijlijn kunnen wor-
den weggeslingerd.
• Steek nooit een weg of een pad over met een in
werking zijnde machine.
• Laat het draaiende maaigedeelte nooit tegen harde
voorwerpen, zoals stenen, etc. komen. Op deze ma-
nier voorkomt u verwondingen en schade aan het
gereedschap.
• Gebruik het apparaat nooit zonder bevestigde be-
schermingsonderdelen.
• Gebruik nooit uw handen om de maai-inrichting te
stoppen.
• Wacht altijd tot deze uit zichzelf stopt.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis