Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Velleman CS200 Bedienungsanleitung Seite 11

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CS200:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 23
5.
Beweeg het testmateriaal (bvb een gouden ring of een munt) langzaam een tiental centimeter
boven de zoekspoel. Als de detector een metaal binnen het geselecteerde bereik bespeurt,
produceert hij een toon en verschijnt er een pijl onder een metaal-icoon. Hij geeft ook weer hoe
diep het voorwerp zich bevindt.
OPMERKING: als u een muntstuk gebruikt, zal de detector het gemakkelijker bespeuren als u het
zodanig houdt dat een vlakke zijde naar de zoekspoel is gekeerd. Als u het muntstuk met de smalle
kant naar de zoekspoel houdt, kan dat aanleiding geven tot een foutief resultaat of een onduidelijke
detectie.
BUITEN testen en gebruiken
1.
Zet de stroomschakelaar (POWER) op ON.
2.
Selecteer de gebruiksmode.
3.
Zoek een stuk grond waar geen metaal in zit.
4.
Plaats het testmateriaal (bijvoorbeeld een gouden ring of een muntstuk) op de grond.
OPMERKING: Als u waardevol testmateriaal (goud) gebruikt, duid dan duidelijk aan waar u het
gelegd hebt om het achteraf gemakkelijk terug te vinden. Let het in alle geval niet tussen hoog gras
of onkruid.
5.
Hou de zoekspoel evenwijdig met en zo'n 5 cm boven de grond. Beweeg de zoekspoel langzaam
zijwaarts over het gebied waar u het testmateriaal gelegd hebt.
6.
Als de detector het voorwerp detecteert, zal hij een toon produceren en zal er op het LCD-scherm
een pijl verschijnen onder het toepasselijke metaal-icoon. Ook hoe diep het voorwerp zit, wordt
aangegeven.
7.
Als de detector het voorwerp niet detecteert, controleer dan of de gebruiks- en regelingsmodes
correct zijn ingesteld voor het type metaal dat u wilt zoeken. Zorg er ook voor dat u de zoekspoel
correct beweegt.
5.4
Efficiënt zoeken
Beweeg de zoekspoel niet zoals een pendel. De zoekspoel hoger heffen tijdens of op het einde van
een zwaai, kan aanleiding geven tot foutieve resultaten.
Beweeg de detector langzaam. Door te vlug te bewegen kunt u voorwerpen missen.
De ideale beweging met de zoekspoel is zijwaarts en in een rechte lijn, waarbij u de zoekspoel steeds
op eenzelfde afstand van de bodem houdt.
De detector produceert een toon als hij waardevolle metalen voorwerpen detecteert. Als een toon
niet herhaald wordt wanneer u met de zoekspoel enkele keren over hetzelfde punt gaat, is het
metaal wellicht waardeloos.
Vervuilde grond, elektrische interferentie of grote stukken schroot kunnen valse signalen
veroorzaken.
Valse signalen zijn doorgaans onregelmatig of niet reproduceerbaar.
5.5
De gevoeligheid (SENS) aanpassen
Wanneer u de basistechnieken onder de knie heeft, is het belangrijk de detector fijn af te stellen om zo
een goed resultaat te verkrijgen. Druk op de SENS regelmodeknop. Druk vervolgens of 'Up' of 'Dn' om de
gevoeligheid bij te stellen. Het gevoeligheidsniveau kunt u aflezen op de onderste blokjesbalk op het
LCD-scherm.
OPMERKING: om voorwerpen diep in de grond te vinden moet u de gevoeligheid hoog instellen. Zet de
gevoelig-heid nooit op het maximum, want dan zal de detector storing en valse signalen ondervinden van
zendmasten en andere elektronische leidingen. De detector zal onregelmatige aanduidingen en tonen
produceren.
5.6
Een positie precies bepalen
De exacte positie van een voorwerp bepalen, maakt het opgraafwerk een stuk makkelijker, maar
oefening baart nog altijd kunst. Wij raden u dan ook aan eerst op uw eigen grondgebied ervaring op de
doen alvorens op andere locaties te gaan werken. Volg deze stappen om een voorwerp precies te
lokaliseren:
1.
Als de detector een begraven voorwerp bespeurt, verklein dan de reikwijdte van uw zijwaartse
beweging.
2.
Kijk nauwkeurig boven welke plaats de detector een signaal geeft.
V. 03 – 06/01/2016
CS200
11
©Velleman nv

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis