Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Metingen Uitvoeren; Meting Van De Spanning; Meting Van De Stroom; Meting Van De Weerstand - Monacor DMT-2570 Bedienungsanleitung

Digital-multimeter
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
5) Indien het toestel voor een langere periode niet
gebruikt wordt, dient u de batterij eruit te nemen. Zo
blijft het toestel onbeschadigd bij eventueel uitlopen
van de batterij.

5 Metingen uitvoeren

B
Het meten van stroomkringen met een spanning
van meer dan 42 V mag uitsluitend uitgevoerd
worden door personen die de contactgevaren
kennen en gepaste veiligheidsmaatregelen kun-
nen treffen. Zorg ervoor dat u bij metingen met
contactgevaar nooit alleen werkt. Vraag om een
tweede persoon.
Stel bij begin van een meting het grootste meetbereik
in. Schakel vervolgens voor een grotere precisie terug
naar het kleinst mogelijke bereik (bv. 15 V in het 20 V-
bereik meten en niet in het 200 V-bereik). Bij over-
schrijding van een meetbereik geeft het toestel "1" of
"-1" weer. Selecteer in dit geval het eerstvolgende gro-
tere bereik.
Op het display wordt onder het decimale punt de
hoogste waarde weergegeven die in het geselec-
teerde bereik gemeten kan worden. In de bereiken
"hFE" en "°C" gebeurt deze weergave evenwel niet.

5.1 Meting van de spanning

Houd rekening met onvoorziene spanningen op
meetobjecten. Condensatoren, bijvoorbeeld, kun-
nen ook bij uitgeschakelde stroombron gevaarlijk
geladen zijn.
Met dit toestel mag u geen metingen uitvoeren in
stroomkringen met sproeiontladingen (hoogspan-
ning). Levensgevaar!
De maximaal te meten spanning mag niet meer
bedragen dan 1000 V
levensgevaar voor de gebruiker!
1) Het rode meetsnoer moet met de jack "VΩHz " (10)
verbonden zijn, en het zwarte meetsnoer met de
jack "COM" (9). Zorg er in elk geval voor dat u niet
per ongeluk een van de twee jacks voor stroomme-
ting (7 of 8) gebruikt! Het meettoestel en de span-
ningsbron kunnen immers beschadigd worden.
2) Bij wisselspanningen plaatst u de keuzeschakelaar
(5) in een van de bereiken "V~", bij gelijkspannin-
gen in een van de bereiken "V ".
3) Houd de meetpennen tegen het meetobject of op
de meetpunten, en lees de gemeten waarde van
het display af.
4) Wanneer bij de meting van gelijkspanning de rode
meetpen met de negatieve pool en de zwarte meet-
pen met de positieve pool verbonden wordt, dan
verschijnt op het display een minteken vóór de
gemeten waarde.

5.2 Meting van de stroom

De maximaal te meten stroom mag niet meer dan
10 A bedragen.
De 10 A-meetstroomkring is niet beveiligd. Ga hier
bijzonder voorzichtig te werk.
of 700 V~. Anders dreigt er
Indien het rode meetsnoer op een van beide jacks
voor stroommeting (7 of 8) aangesloten is, mag u
het meettoestel niet onder spanning zetten. Het
meettoestel en de spanningsbron kunnen immers
beschadigd worden.
1) Sluit het zwarte meetsnoer aan op de zwarte jack
"COM" (9). Voor metingen vanaf 200 mA sluit u het
rode meetsnoer aan op de jack "A" (7) en draait u
de keuzeschakelaar (5) in de stand "10" van de
bereiken "A " resp. "A~".
Voor metingen tot 200 mA sluit u het rode meets-
noer aan op de jack "mA" (8) en draait u de keuze-
schakelaar (5) eerst in de stand "200m" van de
bereiken "A " resp. "A~".
2) Maak de te meten stroomkring los en verbindt de
kring met de meter. Voer in het 10 A-bereik slechts
een korte meting uit (max. 15 sec.), anders wordt de
meting onnauwkeurig door de interne opwarming.
3) Wanneer bij de meting van gelijkstroomwaarden de
rode meetpen met de negatieve pool en de zwarte
meetpen met de positieve pool verbonden wordt,
dan verschijnt op het display een minteken voor de
gemeten waarde.
4) Indien er behalve in de beide 10 A-bereiken geen
stroommeting mogelijk is, dient u de zekering te
controleren en eventueel te vervangen – zie hoofd-
stuk 6 "Batterij of zekering vervangen".

5.3 Meting van de weerstand

Meet in ieder geval niet binnen een schakeling,
wanneer deze onder spanning staat. Dit zou het
toestel kan beschadigen.
Meet een weerstand steeds afzonderlijk, anders is
de meting niet nauwkeurig. Hiervoor moet de com-
ponent soms uit de schakeling losgesoldeerd wor-
den.
1) Het rode meetsnoer moet met de jack "VΩHz " (10)
verbonden zijn, en het zwarte meetsnoer met de
jack "COM" (9).
2) Plaats de keuzeschakelaar (5) in een van de berei-
ken "Ω".
3) Houd de meetpennen tegen de weerstand resp.
tegen de betreffende meetpunten, en lees de
gemeten waarde van het display af.
4) In het 200-MΩ-bereik wordt bij kortgesloten meet-
pennen de waarde "1.0" weergegeven. Deze
waarde moet van het meetresultaat afgetrokken
worden.
Voorbeeld:
151.0 (afgelezen waarde) – 1.0 (correctie) =
150,0 MΩ (werkelijke waarde)

5.4 Doorgangsmeting

Meet in ieder geval niet binnen een schakeling,
wanneer deze onder spanning staat. Dit zou het
toestel kan beschadigen.
1) Het rode meetsnoer moet met de jack "VΩHz" (10)
verbonden zijn, en het zwarte meetsnoer met de
jack "COM" (9).
2) Plaats de keuzeschakelaar (5) in de stand
NL
B
.
21

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis