2. Klimaatklassen
Kijk naar hoofdstuk Technische gegevens voor informatie over de klimaatklasse
van
het apparaat.
kamertemperatuur worden bediend, zoals hieronder weergegeven.
KLIMAATKLASSE
SN
N
ST
T
3. Installatie
3.1 Ventilatie
3.2 Omgeving
1. De transport-beveiliging volledig te verwijderen. Wees erg voorzichtig en geen
agressieve of schurende reinigingsmiddelen gebruiken om resten van de
transport-beveiliging te verwijderen.
2. Installeer het apparaat op een geschikte plaats met voldoende afstand van
bronnen van warmte en kou.
3. Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde plaats.
4. Bescherm het apparaat tegen direct zonlicht.
5. De deuren moeten volledig en ongehinderd openen.
Uw
apparaat kan
OMGEVINGSTEMPERATUUR
+10
+16
+16
+16
Minimumafstanden
in
kamers
met
C bv onverwarmde kelder
→+32
0
0
C binnenhuistemperatuur
0
→+32
0
C binnenhuistemperatuur
0
→+38
0
C binnenhuistemperatuur
0
→+43
0
desbetreffende
57