10.5 TRACE
Als deze optie wordt geactiveerd, dan wordt in het geval van het herkennen van beweging het gebied,
waarin de beweging plaats vindt, met kleur gemarkeerd. Ook beschreven in hoofdstuk „10.2.3 SETUP –
MOTION".
10.6 ZOOM
Deze optie maakt het mogelijk in te zommen op een bepaald deel van het beeld. Selecteer eerst het
gewenste camerakanaal en aansluitend deze functie. Om de zoom-modus te verlaten drukt u op de
toets „ESC".
10.7 PTZ
Aan de hand van deze functie kan een PTZ-stuurpaneel voor een PTZ-camera (als optie beschikbaar)
worden opgeroepen om zwenk- en hellingsfuncties zoals zoom +/- en focus +/- te sturen.
Hou hierbij in elk geval ook rekening met hoofdstuk „10.2.1 SETUP – CAMERA".
10.8 ROTATION
Aan de hand van deze optie kan de automatische camerakanaal-omschakeling in- resp uitgeschakeld
worden.
Hou hierbij in elk geval ook rekening met de instelling „ROTATION TIME" in hoofds-
tuk „10.2.1 SETUP – CAMERA".
10.9 AUDIO
Met deze optie kan de audio-weergave worden in- en uitgeschakeld.
Zorg er voor dat de audio-ingangen aan een overeenkomstige camera-ingang wor-
den toegewezen.
Hou hiertoe rekening met hoofdstuk „10.2.2 SETUP - RECORD", speciaal de instel-
ling „AUDIO".
142