12. Verhelpen van storingen
U heeft met deze mini-versterker een product aangeschaft, dat volgens de nieuwste stand der techniek is
ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Daarom wordt hieronder beschreven, hoe eventuele storingen verholpen kunnen worden:
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht!
Er is geen geluid hoorbaar:
• Een apparaat in de weergaveketting is niet ingeschakeld.
• Bij de versterker werd een verkeerde ingang geselecteerd.
• De volumeregelaar (5) staat op minimum.
• De zekering van de versterker is defect.
Een kanaal werkt niet:
• Er is een cinchkabel van het bronapparaat (b.v. bij de cassetterecorder) of de versterkeringang (9-11) los
geraakt.
• Bij de versterker werd de balansregelaar (4) verdraaid.
• Een luidsprekerkabel is uit de luidsprekerklemmen los geraakt.
Er treedt brom op:
• De ingang van de versterker werd met een te hoog signaal aangestuurd.
• Het volume is te hoog ingesteld, de luidsprekers vervormen.
• De klankregelaars voor bas en hoge tonen zijn te ver open gedraaid.
Bij de weergave is geen basaandeel te horen:
• Een luidspreker is verkeerd gepoold aangesloten.
• De basregelaar (6) van de versterker staat op minimum.
Bij de weergave is geen hoge tonen-aandeel te horen:
• De regelaar voor de hoge tonen (7) van de versterker staat op minimum.
Andere dan genoemde reparaties mogen alleen door een bevoegde vakman worden gedaan.
72