Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
TIJD, DATUM EN TEMPERATUUREENHEID °C/°F
INSTELLEN
-
Houdt de toets „MODE" (4) ongeveer 3-4 seconden ingedrukt, tot de indicatie van het
jaar knippert.
-
Stel met de toets „+" (10) resp. „-" (11) het jaar in.
Als de betreffende toets langer wordt ingedrukt, vindt een snelle instelling plaats.
Dit geldt ook bij de instelling van de maand, datum, uren en minuten.
-
Druk kort op de „MODE"-toets (4) en de maand en datum knipperen. Stel deze in met
de toets „+" (10) resp. „-" (11).
-
Druk kort op de „MODE"-toets (4) en de tijd knippert. Stel deze in met de toets „+" (10)
resp. „-" (11).
-
Druk kort op de toets „MODE" (4), in de display knippert de indicatie „12Hr" resp.
„24Hr". Met de toets „+" (10) resp. „-" (11) kan tussen de 12h- en 24h-modus worden
omgeschakeld. Bij de 12h-modus verschijnt in de eerste helft van de dag „am" links
naast de tijd, in de tweede helft van de dag „pm".
-
Druk kort op de toets „MODE" (4) en de indicatie van de temperatuur knippert.
Met de toetsen „+" (10) resp. „-" (11) kunt u tussen de temperatuureenheid „°C" (graad
Celsius) en „°F" (graad Fahrenheit) omschakelen.
-
Druk nogmaals kort op de „MODE"-toets (4), alle instellingen worden nu opgeslagen en
de instelmodus wordt verlaten.
WEKFUNCTIE
a) Wekfunctie in-/uitschakelen
-
Zet de functieschakelaar (9) in de gewenste stand:
„OFF": Wekfunctie uitgeschakeld
„ON": Wekfunctie ingeschakeld
„SNZ": Wekfunctie ingeschakeld, tevens sluimermodus geactiveerd
-
Als de wekfunctie is ingeschakeld verschijnt links naast de tijdindicatie een overeen-
komstig symbool.
b) Wektijd weergeven en instellen
-
Druk kort op de toets „+" (10) of „-" (11), dan verschijnt in de display de op dat moment
ingestelde wektijd en het symbool „AL" links daarnaast.
-
Stel met de toets „+" (10) resp. „-" (11) de wektijd in. Voor een snelle instelling dient u de
betreffende toets langer ingedrukt te houden.
-
Mocht u enkele seconden geen toets indrukken, dan verschijnt opnieuw de tijd.
c) Weksignaal beëindigen (zonder sluimermodus)
-
Wanneer de functieschakelaar (9) zich in de stand „ON" bevindt, kan het weksignaal,
door kort de toets „SNOOZE/LIGHT" (1) in te drukken, worden beëindigd.
-
Indien er geen toets wordt ingedrukt, wordt het weksignaal na een minuut automatisch
beëindigd.
d) Sluimermodus
-
Wanneer de functieschakelaar (9) zich in de stand „ON" bevindt, kan het weksignaal
door het kort indrukken van de toets „SNOOZE/LIGHT" (1) 5 minuten lang worden onder-
broken.
Daarna wordt het weksignaal weer opnieuw gestart.
Dit kan 2x na elkaar worden gedaan.
-
Beëindig het weksignaal, door de functieschakelaar (9) in de stand „OFF" te zetten.
BINNEN-/BUITENTEMPERATUUR WEERGEVEN
-
Druk kort op de toets „TEMP IN/OUT" (2), om tussen de binnentemperatuur (in de
display wordt „IN" weergegeven) en de buitentemperatuur (in de display verschijnt
„REMOTE") om te schakelen.
-
Wanneer u de toets „TEMP IN/OUT" (2) 3-4 seconden ingedrukt houdt, wordt de auto-
matische omschakeling ingeschakeld. Rechtsboven van de temperatuurindicatie ver-
schijnt het symbool „
".
De binnen- en buitentemperatuur wordt vervolgens afwisselend weergegeven.
Om de automatische omschakeling te beëindigen, houdt u de toets „TEMP IN/OUT" (2)
opnieuw 3-4 seconden ingedrukt, het symbool „
TRENDWEERGAVE VOOR DE TEMPERATUUR
Een pijlsymbool in de rechterbovenhoek van de display geeft aan, of de temperatuur in de
laatste 3 minuten gestegen, gedaald of gelijk gebleven is.
MAX-/MIN-WAARDEN WEERGEVEN/WISSEN
-
Druk kort op de toets „MAX/MIN" (8), om na elkaar de volgende waarden weer te
geven:
- Maximum van de binnentemperatuur
- Minimum van de binnentemperatuur
- Maximum van de buitentemperatuur
- Minimum van de buitentemperatuur
- Maximum van de regenhoeveelheid
- Minimum van de regenhoeveelheid
Tevens verschijnt buiten de weergegeven waarde „MAX" resp. „MIN".
-
Mocht de betreffende weergegeven waarde verwijderd moeten worden, druk dan kort
op de toets „CLEAR" (3).
De maximum-/minimumwaarden van de regenhoeveelheid worden bovendien elke
dag om 0:00 automatisch teruggezet.
" verdwijnt weer.
TEMPERATUURALARM
Er kan een bovenste resp. onderste temperatuuralarm worden ingesteld, waarbij het over-
of onderschrijden hiervan een geluidssignaal activeert; bovendien knippert een pijl-sym-
bool in de display.
a) Bovenste en onderste temperatuurgrenzen instellen:
-
Houd de toets „ALERT" (5) ongeveer 3-4 seconden ingedrukt, totdat de bovenste tem-
peratuurgrens voor de binnentemperatuur („IN") in de display knippert (links daarnaast
verschijnt het symbool „
").
Stel de temperatuurgrenzen in met de toets „+" (10) resp. „-" (11).
Als de betreffende toets langer wordt ingedrukt, vindt een snelle instelling plaats.
-
Druk kort op de toets „ALERT" (5), de onderste temperatuurgrens voor de binnentem-
peratuur („IN") knippert (links daarnaast verschijnt het symbool „
Stel de temperatuurgrenzen in met de toets „+" (10) resp. „-" (11).
-
Druk kort op de toets „ALERT" (5), de bovenste temperatuurgrens voor de buitentem-
peratuur („REMOTE") knippert (links daarnaast verschijnt het symbool „
Stel de temperatuurgrenzen in met de toets „+" (10) resp. „-" (11).
-
Druk kort op de toets „ALERT" (5), de onderste temperatuurgrens voor de buitentem-
peratuur („REMOTE") knippert (links daarnaast verschijnt het symbool „
-
Stel de temperatuurgrenzen in met de toets „+" (10) resp. „-" (11).
-
Druk nogmaals kort op de toets „ALERT" (5), alle instellingen worden nu opgeslagen en
de instelmodus wordt verlaten.
b) Temperatuuralarm in-/uitschakelen
-
Druk kort op de toets „ALERT" (5), hiermee kan het temperatuuralarm worden inge-
schakeld resp. uitgeschakeld.
-
Als het temperatuuralarm is ingeschakeld, wordt links naast de temperatuurindicatie
het symbool „ALERT" weergegeven.
c) Temperatuuralarm beëindigen
-
Als de ingestelde bovenste resp. onderste temperatuurgrens voor de binnen- of buiten-
temperatuur wordt over-/onderschreden, laat de regenmeter een geluidssignaal horen.
Bovendien knippert het betreffende symbool „
-
Druk kort op de toets „ALERT" (5), om het geluidssignaal te beëindigen.
INDICATIEMODUS KIEZEN
Door kort de toets „MODE" (4) in te drukken, kan worden omgeschakeld tussen de indicatie
van de tijd, de datum, de gemiddelde regenhoeveelheid (in de display wordt „RAINFALL
RATE" weergegeven, mm/h) en de totale regenhoeveelheid (in de display „RAINFALL TO-
TAL", mm).
De indicaties van de regenhoeveelheden zijn de waarden voor de periode sinds de
laatste reset van de regenmeter (toets „RESET") resp. het wissen van de gegevens
(toets „CLEAR" indrukken, als de regenhoeveelheid wordt weergegeven).
REGISTRATIES VAN DE REGENHOEVEELHEDEN
BEKIJKEN
-
Door herhaald kort de toets „HISTORY" (13) in te drukken, kunt u de registraties van de
regenhoeveelheden in de display laten weergeven:
- Regenhoeveelheid van de afgelopen 6 dagen (in de display „HISTORY DAILY")
- Regenhoeveelheid van de afgelopen 6 weken (in de display „HISTORY WEEKLY")
- Regenhoeveelheid van de afgelopen 6 maanden („HISTORY MONTHLY")
- Regenhoeveelheid van het afgelopen uur („RAINFALL TOTAL 1H")
- Regenhoeveelheid van de afgelopen 24 uur („RAINFALL TOTAL 24H")
De balkgrafi ek in het onderste gedeelte van de display geeft de betreffende waar-
den aan. De normale indicatie is het verloop van de regenhoeveelheid van de
actuele dag („HISTORY DAILY").
-
Wilt u gedetailleerde indicaties, roep dan zoals boven beschreven de gewenste registra-
tie van de regenhoeveelheid op (bijv. regenhoeveelheid van de afgelopen 6 maanden).
Houd de toets „HISTORY" (13) net zolang ingedrukt, tot helemaal onderin de display
alleen nog de balk bij „0" wordt weergegeven.
Met de toets „+" (10) resp. „-" (11) kunt u nu de gewenste tijdsperiode (dag, week,
maand) kiezen en de waarde laten weergeven. Daarbij staat „0" voor de actuele
dag/week/maand, „-1" voor de afgelopen dag/week/maand, enz.
-
Indien enkele seconden geen toets wordt ingedrukt, keert de indicatie van de regen-
hoeveelheid terug naar de normale functie.
VERLICHTING
Druk kort op de toets „SNOOZE/LIGHT" (1) aan de bovenkant van de regenmeter, zo wordt
de verlichting enkele seconden geactiveerd en gaat vervolgens weer uit.
Door de gebruikte EL-techniek vindt een volledige verlichting van de display
plaats. Mocht u, als de verlichting aanstaat, een zeer zacht zoemen horen, dan
is dat normaal (dit komt doordat er hoogspanning wordt opgewekt voor de EL-
verlichting).
").
").
").
" resp. „
".
Werbung
