Bosch DLE 150 Connect PROFESSIONAL Bedienungsanleitung Seite 120

Ingebruikneming
In- en uitschakelen
Inschakelen:
Druk op de aan/uit-knop „on/off" 6 of druk de toets Meten 7 verder in.
Uitschakelen:
Druk op de aan/uit-knop „on/off" 6.
Als na ongeveer 5 min geen meting heeft plaatsgevonden, wordt het ap-
paraat automatisch uitgeschakeld om de batterijen te sparen.
Bij de automatische uitschakeling worden behalve de opgeslagen meet-
waarden ook de huidige weergave en de instellingen van de DLE 150
Connect opgeslagen. Een reeds tot stand gebrachte draadloze verbin-
ding (zie de gedeelten Software „BOSCH DLE 150" installeren en Soft-
ware „BOSCH DLE 150" starten) wordt echter onderbroken.
Bij het opnieuw inschakelen bevindt de DLE 150 Connect zich weer in de-
zelfde functie en worden dezelfde waarden weergegeven als voor het au-
tomatisch uitschakelen. Zie voor het opnieuw tot stand brengen van de
draadloze verbinding tussen DLE 150 Connect en PC of PDA het gedeelte
Draadloze verbinding.
Meten
Het apparaat heeft een aantal meetfuncties die door het indrukken van de
bijbehorende functietoetsen kunnen worden geselecteerd (zie het gedeel-
te Meetfuncties). Na het inschakelen werkt het apparaat in de functie
„Lengtemeting".
Druk voor het wisselen van de meetfunctie op de toets voor de gewenste
functie. Na het selecteren van de meetfunctie vinden alle overige stappen
plaats door het indrukken van de toets Meten 7.
Plaats het apparaat met de achterkant (eindstuk) tegen de gewenste
meetrand (bijvoorbeeld een muur). De achterkant van het apparaat is de
referentieplaats van de meting.
– Druk de toets Meten 7 licht in het midden in of druk aan de zijkant van
de toets om de laserstraal in te schakelen.
– Richt op het doel.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren.
s
– Druk de toets Meten 7 verder in wanneer u wilt meten.
De meetwaarde wordt na 0,5 tot 4 seconden weergegeven. Het einde
van de meting wordt aangegeven door een geluidssignaal. De duur van
de meting is afhankelijk van de afstand, belichting en mate van weerspie-
geling van het meetoppervlak. Na het meten wordt de laser automatisch
uitgeschakeld.
Als een draadloze verbinding met een PC of PDA bestaat, wordt na elke
meting de laatst gemeten meetwaarde automatisch overgedragen naar
de PC of PDA (zie het gedeelte Werken met de software „BOSCH DLE
150").
Duurpointermodus
Het apparaat kan indien gewenst worden omgeschakeld naar een perma-
nente laserstraal (duurpointermodus). Druk hiervoor op de iets lager lig-
gende toets Duurpointermodus
ook tussen de metingen ingeschakeld. Voor het meten hoeft de toets Me-
ten 7 slechts eenmaal iets verder te worden ingedrukt.
Kijk niet in de laserstraal.
s
Richt de laserstraal niet op personen of dieren.
s
1 609 929 F53 • (03.12) T
10. De laserstraal blijft in deze instelling
Nederlands–5