Hettich BLUE MAX miniTyp 2/6 Betriebsanleitung Seite 77

2. Tijdens het werk aan de machine mogen zich geen andere
personen in de veiligheidszone en de actieradius voor en achter
de machine bevinden.
3. Tijdens de productie niet in de actieradius van het booraggregaat
pakken. Kleine deeltjes moeten met geschikte hulpmiddelen
tegen de aanslagen worden gedrukt. Kneusgevaar!
J) Veiligheidsinrichtingen
Op veiligheidsvoorzieningen letten!
1. Verwijder nooit de veiligheidsvoorzieningen, beschermkappen en
schakelaars die in de fabriek werden gemonteerd. Zorg ervoor dat
alle veiligheids- en gevarenaanwijzingen aan / op de machine
volledig leesbaar blijven.
2. Veiligheidsvoorzieningen niet uitschakelen.
3. Indien het nodig is dat veiligheidsbedekkingen voor het wisselen
van werktuigen, reiniging of onderhoud moeten worden
verwijderd, moeten deze in ieder geval terug worden gemonteerd
alvorens de machine opnieuw in gebruik te nemen! Functie
controleren.
4. Een werking zonder deze bedekkingen kan gevaarlijk zijn door
rondvliegende spaanders of maakt het mogelijk onopzettelijk in
de lopende werktuigen op plaatsen met gevaar van kneuzingen
te pakken.
K) Reparatie en onderhoud
Reparaties en onderhoudsbeurten enkel en alleen uitvoeren
wanneer de machine is uitgeschakeld! Netstekker uittrekken.
1. Het uitvoerend personeel moet worden geïnformeerd alvorens
met de onderhoudsbeurten en reparaties te beginnen.
2. Bij werken in de machine of aan de elektrische installatie de
stekker uittrekken!
3. Wanneer inbouweenheden met hefwerktuigen worden
gedemonteerd of gemonteerd erop letten dat de hefwerktuigen
veilig zijn en de bevestiging zorgvuldig en vakkundig wordt
uitgevoerd.
4. Reparaties en onderhoudsbeurten, vooral aan de elektrische
voorzieningen, mogen alleen maar door gekwalificeerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
5. Bij werkzaamheden aan de elektrische installatie letten op
desbetreffende voorschriften. Verifiëren of de machine vrij is van
spanning, indien nodig vakkundig aarden of kortsluiten.
6. Uitsluitend zekeringen met de voorgeschreven waarde gebruiken;
te grote zekeringen vernielen de installatie. Wanneer zekeringen
dikwijls afschakelen naar oorzaken zoeken en fouten verhelpen
alvorens de machine terug in bedrijf te stellen.
7. Enkel en alleen soorten smeermiddel gebruiken die door de
fabrikant worden toegelaten. Bij gebruik van oliën en vetten de
veiligheidsvoorschriften voor deze producten nakomen.
8. Uitsluitend de originele vervangstukken van de fabrikant
gebruiken of bij genormaliseerde onderdelen ten minste
gelijkwaardige stukken.
9. De machine reinigen door stof en spaanderresten weg te zuigen.
10. Na reparaties aan de aggregaten de stekkers van de schakelaars
niet verwisselen. Hierdoor kunnen verkeerde functies en gevaren
door uitgeschoven werktuigen ontstaan. Op dezelfde manier
leggen zoals dit werd gedaan door de fabrikant.
L) Lawaai! Oorbeschermers dragen!
1. Draag tijdens lawaai-intensieve werkfases oorbeschermers.
M) Stof
Houtstof is gevaarlijk voor de gezondheid!
1. Door de afzuiginrichting waarmee de machine is uitgerust
voldoet zij aan de stofveiligheidsvoorschriften.
2. Tijdens bepaalde werkfases en bij bepaalde werkstukken (bv.
deuren met ramen, lisenen of speciale profielen) kan niet alles
worden ingekapseld en is wegzuigen niet mogelijk.
Beschermmaskers tegen stof dragen!
N) Resterende stukken
Er voor zorgen dat van werkstukken geen resterende stukken
kunnen worden weggeslingerd.
O) Bewerkingskrachten
Pas de vooruitstuwende kracht aan de retentiekracht van de
spaninrichting en het materiaal aan!
1. Bij retentieproblemen extra aanslagen, sjablonen of klampen
gebruiken.
P) Brandgevaar
Slijp- en laswerkzaamheden alleen maar uitvoeren wanneer
de machine is gereinigd; brandgevaar!
1. Lasvoorschriften en ongevallenpreventievoorschriften nakomen.
Q) Ontploffingsbeveiliging
De machine is niet beveiligd tegen ontploffing. Niet in de
buurt van lakkerijen plaatsen!
R) Functiefouten
De persoon die voor de machine verantwoordelijk is, moet de
machine dagelijks op uiterlijk herkenbare fouten controleren.
1. Fouten moeten terstond worden hersteld of wanneer hiervoor
ander personeel verantwoordelijk is, moeten deze worden
geraporteerd en moet herstelling worden geëist.
2. De machine mag alleen maar in onberispelijke toestand worden
gebruikt.
3. De omgeving van de machine moet netjes worden gehouden, er
mag vooral niets liggen waarover men kan struikelen.
Afzuigslangen moeten zo worden aangebracht dat ze geen
hindernis vormen voor de bewegingen van de machinegebruiker.
4. De onderhoudsbeurten moeten volgens een vastgelegd schema
gebeuren. Indien nodig moet de verantwoordelijke andere
geschikte intervallen aangeven of extra werkzaamheden
voorschrijven.
77
NL