Bosch KAD Gebrauchsanleitung Seite 145

Water- en ijsdispenser
Storing
Hoewel de dispenser langere tijd
in werking is, komen er geen
ijsblokjes uit.
Er zijn ijsblokjes
in het ijsblokjesreservoir maar ze
komen er niet uit.
De ijsblokjes zitten klem
in de opening van het
ijsblokjesreservoir of in de ijsmaler.
De ijsblokjes zijn waterig.
De ijsblokjes werden ontdooid.
De waterdispenser functioneert
niet.
De ijsbereider produceert niet
genoeg ijs of de ijsblokjes zijn
vervormd.
Borrelende, gorgelende geluiden uit
de waterleiding.
Eventuele oorzaak
De kraan is dicht.
De watervoorziening is onderbroken.
De waterdruk is te laag.
De ijs- en waterdispenser is uitgeschakeld. Op
het display brandt „IWD off".
Te warm in de diepvriesruimte.
De ijsblokjes zijn aan elkaar vastgevroren.
Deur van het diepvriesruimte is geopend.
Stroomuitval.
De kraan is dicht.
De watervoorziening is onderbroken.
De waterdruk is te laag.
Het apparaat of de ijsbereider werd pas kort
geleden ingeschakeld.
Er werd een grote hoeveelheid ijs uitgehaald.
Lage waterdruk.
Waterfilter verstopt of verbruikt.
De temperatuur in de diepvriesruimte
is te warm.
Watertoevoer is onderbroken of verstopt.
Oplossing
Waterkraan openen.
Neem contact op met de installateur.
IJs- en waterafgifte inschakelen (zie het hoofdstuk IJs- en
waterafgifte uit- en inschakelen).
Temperatuur in de diepvriesruimte kouder instellen (zie het
hoofdstuk Temperatuur instellen).
IJsblokjesreservoir eruit halen en legen.
IJsblokjesreservoir eruit halen en de transportschroefas met
de hand verdraaien. Eventueel klem zittende ijsbrokjes met
een houten staafje losmaken.
IJsblokjesreservoir eruit halen, legen en droogwrijven.
Deur sluiten.
Controleren of er stroom is.
Waterkraan openen.
Neem contact op met de installateur.
Het duurt ca. 24 uur tot de ijsproductie begint.
Het duurt ca. 24 uur tot het ijsblokjesreservoir weer gevuld is.
Het apparaat uitsluitend aansluiten op de voorgeschreven
waterdruk (zie het hoofdstuk „Apparaat aansluiten", paragraaf
„Wateraansluiting").
Waterfilter vervangen.
De temperatuur in de vriesruimte iets kouder instellen.
1. Watertoevoer controleren.
2. Controleren of de waterleiding verstopt is.
3. In sommige gevallen is het voldoende om de ijs- en
waterafgifte kort uit te schakelen (zie het hoofdstuk „IJs- en
waterafgifte uit- en inschakelen").
nl
145