Sony HDR-FX1000 Bedienungsanleitung Seite 174

De instellingen voor camcorderopnamen wijzigen (vervolg)
KLEURFASE
Om de kleurfase in te stellen.
Item
KLEURDIEPTE
Om de kleurdiepte in te stellen.
Deze functie werkt het best bij chromatische kleuren en minder goed bij achromatische
kleuren. De kleurintensiteit wordt dieper naarmate u de waarde van deze instelling verhoogt
naar de positieve kant en wordt lichter naarmate u de waarde verlaagt naar de negatieve kant.
Deze functie werkt ook als [KLEURNIVEAU] is ingesteld op [-8] (monotoon).
Item
WB-VERSCH.
Items instellen voor het witbalansverschil.
Item
SCHERPTE
De definitie van een onderwerp aanpassen.
Item
HUIDSKLEUR
De details van delen met huidskleur aanpassen om rimpels te verminderen.
Item
[AAN/UIT]
[NIVEAU]
[KLEUR SEL.]
NL
38
Beschrijving en instellingen
-7 (groenachtig) tot +7 (roodachtig)
Beschrijving en instellingen
-7 (licht) tot +7 (diep)
Beschrijving en instellingen
-9 (blauwachtig) tot +9 (roodachtig)
Beschrijving en instellingen
-7 (zacht) tot +7 (scherp)
Beschrijving en instellingen
Onderdrukt details in delen met huidskleur om rimpels te verminderen.
Selecteer [AAN] als u deze functie wilt gebruiken. U kunt ook andere
delen selecteren.
Het aanpassingsniveau instellen.
1 (de details weinig aanpassen) tot 8 (de details grondig aanpassen)
Kleuritems instellen voor het aanpassen van de details.
[BEREIK] : Het kleurbereik instellen.
[1 DRUK INST.] : Selecteert automatisch doelkleuren voor een
0 (er wordt geen kleur geselecteerd), 1 (smal: er
wordt één kleur geselecteerd) tot 31 (breed: er
worden meerdere kleuren geselecteerd in
gelijkaardige kleurfases en -verzadiging)
Het detail wordt niet aangepast als u [BEREIK]
instelt op 0.
onderwerp in het midden of aan de markering.
[BEREIK] wordt niet gewijzigd.