Werbung
C
ee
de
aa w z
e .
De
e va adv eze d
a a epe
de
De binnenverlichting
functioneert niet.
De bodem van de
koelruimte is nat.
De temperatuur in de
koelruimte is te koud.
De koelmachine wordt
steeds vaker en langer
ingeschakeld.
i
h k ld
Het apparaat koelt niet.
De koelcapaciteit neemt
af.
ze
de a e e v ce z
Het lampje is kapot.
De lichtschakelaar klemt. Afb. 9/B
Het dooiwaterafvoergootje
is verstopt. Afb. 4
De temperatuur is te koud
ingesteld.
De deur van het apparaat werd
te vaak geopend.
g
De be en ontluchtingsopeningen
zijn afgedekt.
De temperatuurregelaar staat
op 0".
Stroomuitval; de zekering is
uitgeschakeld; de stekker zit niet
goed in het stopcontact.
De deur van het apparaat werd
te vaak geopend en gesloten.
Er werden te veel levensmiddelen in
één keer ingeladen om in te vriezen.
ve e pe me be
v
p va de
de
aa de
w e e
Lampje vervangen. Afb. 9/A
1. Stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen.
2. Afdekkapje naar achteren eraf
trekken.
3. Lampje vervangen
(max. 15 W, 220-240 V
wisselstroom, fitting E14).
Controleer of er beweging in zit.
Dooiwatergootje en afvoergaatje
schoonmaken (zie Schoonmaken
van het apparaat).
Temperatuur warmer instellen.
Deur niet onnodig openen.
Afdekkingen verwijderen.
Temperatuurregelaar uit stand 0"
draaien.
Controleer of er stroom is.
Controleer de zekeringen.
Deur van het apparaat niet onnodig
openen.
Max. invriescapacitiet niet
overschrijden.
de
de
61
Werbung
