Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Installeren
Opmerking:
• Voor u het apparaat definitief installeert, is het
• Als u het apparaat onder een al te steile hoek
raadzaam eerst alle aansluitingen tijdelijk te
installeert, d.w.z. meer dan 30° uit het horizontale
maken om te controleren of alles naar behoren
vlak, zal het niet naar behoren kunnen werken.
functioneert, zodat u later niet voor verrassingen
(Afb. 3)
komt te staan.
• Gebruik voor het installeren uitsluitend de bij het
apparaat geleverde onderdelen. Toepassing van
andere dan de goedgekeurde onderdelen kan lei-
den tot storing in de werking van het apparaat.
30˚
• Raadpleeg uw dichtstbijzijnde dealer als het voor
het installeren van het apparaat nodig blijkt gaten
te boren, of andere wijzigingen aan te brengen aan
de auto.
• Installeer het apparaat op een plaats waar het de
bestuurder niet in de weg kan zitten en waar het
• De snoeren mogen niet het in de afbeelding
ook bij een noodstop e.d. geen gevaar voor de
hieronder aangegeven gedeelte afdekken. Dit
inzittenden kan opleveren.
• De halfgeleider-laser in het apparaat is gevoelig
gedeelte moet open blijven zodat de versterker
voor beschadiging door oververhitting, dus
onbelemmerd zijn warmte kan afvoeren. (Afb. 4)
installeer het apparaat niet te dicht in de buurt van
de autoverwarming of de warme luchtsroom
Dek dit gedeelte niet af.
daarvan.
Installatie met gebruikmaking van de schroefgaten aan de zijkanten
van dit apparaat
Vastmaken van dit apparaat aan de fabrieksradio-bevestigingsbeugel.
(Afb. 5) (Afb. 6)
Kies een positie waarin de schroefgaten van de beugel en
de schroefgaten van het hoofdtoestel met elkaar overeen
komen (passen) en draai de schroeven aan elke kant op 3 of
4 plaatsen vast. U kunt ankerschroeven (5 × 6 mm) of
schroeven met platte kop (5 × 6 mm) gebruiken, afhanke-
lijk van de vorm van de schroefgaten in de beugel.
Afb. 3
Schroef
Gebruik de schroeven die
werden meegeleverd met
dit product.
Afb. 4
Fabrieksradio-bevestigingsbeugel
<NEDERLANDS>
Installeren van de stuurafstandsbediening
WAARSCHUWING
• Installeer de stuurafstandsbediening niet op plaat-
sen waar het de werking van veiligheidsmecha-
nismen, bijvoorbeeld een airbag, zou kunnen hin-
deren. Een verkeerde plaats kan ernstige
ongelukken veroorzaken.
• Installeer de stuurafstandsbediening niet op plaat-
sen waar het het sturen of de bediening van de ver-
snellingspook en andere mechanismen zou kunnen
hinderen. Een verkeerde plaats kan ernstige
ongelukken veroorzaken.
LET OP
• Voor het installeren van deze stuurafstandsbedien-
ing is ervaring vereist. Laat het installeren derhalve
over aan uw handelaar of de plaats van aankoop.
• Installeer deze stuurafstandsbediening uitsluitend
met de bijgeleverde onderdelen. Het gebruik van
andere onderdelen kan de stuurafstandsbediening
beschadigen of de stuurafstandsbediening zou bij
het gebruik van verkeerde onderdelen los kunnen
schieten met ongelukken tot gevolg.
• Installeer de stuurafstandsbediening zoals in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Dit nalaten
Afb. 5
kan ongelukken veroorzaken.
• Installeer de stuurafstandsbediening niet in de buurt
van de portieren waar het gemakkelijk aan regen-
water wordt blootgesteld. Vocht in de stuur-
Als de pal in de weg zit, kunt
afstandsbediening veroorzaakt mogelijk rook of
u deze naar beneden buigen.
brand.
WAARSCHUWING
• Bevestig de stuurafstandsbediening stevig aan het
stuur met gebruik van de riem. Een loszittende stu-
urafstandsbediening kan het besturen van de auto
hinderen met mogelijk ongelukken tot gevolg.
• Bevestig de stuurafstandsbediening niet aan de
buitenrand van het stuur. Dit zou namelijk het
besturen van de auto hinderen met mogelijk
Dashboard of console
ongelukken tot gevolg. Bevestig de stuurafstands-
bediening altijd aan de binnenrand van het stuur
zoals u in de afbeelding ziet. (Afb. 7)
Afb. 6
Opmerking:
Installeren van de stuurafstand-
• Plaats de stuurafstandsbediening niet ergens waar
bediening in een auto met het
het het zicht van de bestuurder zou kunnen ver-
slechteren.
stuur links
• De ideale plaats voor de stuurafstandsbediening is
verschillend afhankelijk van het interieur van de
auto. Kies een plaats waar de signalen goed van de
Opmerking:
stuurafstandsbediening naar de autostereo-
• Voor het installeren van de stuurafstandsbe-dien-
installatie kunnen worden gestuurd.
ing in een auto met het stuur rechts moet u de hor-
izontale posities omkeren.
1. Zet de binnenste houder aan de bin-
nenrand van het stuur vast met de
riem. (Afb. 8)
• Bevestig de binnenste houder zodanig op het
stuur dat de met een pijl gemarkeerde kant
naar de bestuurder wijst, zoals in de afbeel-
ding wordt getoond.
Riem
2. Knip het overtollige gedeelte van de
Afb. 7
riem bij het midden van de binnen-
ste houder af. (Afb. 9)
• Bewaar het afgeknipte gedeelte ter reserve.
<NEDERLANDS>
3. Plaats de buitenste houder op de
binnenste houder en zet met
schroeven vast. (Afb. 10)
• Draai de schroeven goed vast met de
bijgeleverde steeksleutel.
Schroef
Buitenste houder
Binnenste houder
Afb. 10
4. Plaats de stuurafstandsbediening in
de houder. (Afb. 11)
• Bij het verwijderen van de stuurafstandsbe-
diening uit de houder moet u het geribbelde
gedeelte voor het ontgrendelen naar het stuur
drukken en dan de stuurafstandsbediening
naar u toe schuiven.
Afb. 8
Gedeelte voor ontgrendelen
Afb. 11
Afb. 9
Werbung
