Sony DSLR-A560 Gebrauchshandbuch Seite 219

De scherpstelling controleren door het beeld te vergroten
..................................................................................... 91
Gezichten detecteren ....................................................... 93
De functie voor Gezichtsherkenning gebruiken ......... 93
Glimlachende gezichten vastleggen (Lach-sluiter)
............................................................................ 94
De flitser gebruiken ......................................................... 96
Een draadloze-flitsopname maken ............................. 99
De helderheid van het beeld wijzigen (Belichting,
flitscompensatie, meting) ......................................... 100
Een opname maken met een vastgelegde helderheid
(AE-vergrendeling) ......................................... 100
Helderheidscompensatie voor het hele beeld gebruiken
(Belichtingscompensatie) ................................ 101
De hoeveelheid flitslicht aanpassen (Flitscompensatie)
.......................................................................... 103
De flitsregeling selecteren om de hoeveelheid flitslicht in
te stellen (Flitsregeling) .................................. 104
De methode selecteren voor het meten van de helderheid
van het onderwerp (Lichtmeetfunctie) ............ 105
Instelling ISO ................................................................ 107
Automatisch de helderheid en het contrast compenseren
(Dynamisch Bereik) ................................................. 108
De helderheid van het beeld corrigeren (Dynamisch-
bereikoptimalisatie) ......................................... 108
Automatisch compenseren met rijke gradatie
(Automatisch Hoog Dynamisch Bereik) ......... 109
Beeldverwerking ........................................................... 111
De door u gewenste beeldverwerking kiezen (Creatieve
stijl) .................................................................. 111
Het bereik van de gereproduceerde kleuren wijzigen
(Kleurenruimte)................................................ 112
De kleurtinten (Witbalans) instellen .............................. 113
De witbalans aanpassen zodat deze bij een bepaalde
lichtbron past (Automatisch/vooringestelde
witbalans) ........................................................ 113
De kleurtemperatuur en een filtereffect instellen
(Kleurtemperatuur/kleurfilter) ........................ 114
De kleurtinten opslaan (Eigen witbalans) ................ 115
9
NL