Aansluitingen en bedieningselementen
(1) Regelaar MASTER
•
Stel met deze regelaar het volume voor de masteruitgang (audiouitgang van de computer) in.
(2) Regelaar HEADPHONE
•
Stel met deze regelaar het volume voor de koptelefoonuitgang HEADPHONE (21) in.
(3) Keuzeschakelaar TRACK
•
Draai deze keuzeschakelaar om bestanden, resp. audiotracks in het browservenster van de software te
selecteren.
•
Druk op deze keuzeschakelaar om de keuze te bevestigen.
(4) Regelaar GAIN en HI/MID/LO
•
GAIN regelt het ingangsniveau van het audiosignaal.
•
HI regelt het geluid van de hoge tonen.
•
MID regelt het geluid van de middentonen.
•
BASS regelt het geluid van de lage tonen.
(5) Toets LOAD A BACK / LOAD B
•
Druk op een van beide toetsen om een geselecteerde audiotrack uit het browservenster van de software naar
deck A of B te laden.
•
Druk op de toets SHIFT (20) + BAcK om in de maphiërarchie in het browservenster één niveau terug te keren.
(6) Toets
•
Druk op deze toets om het afspelen te starten.
•
Druk nogmaals op deze toets, om de weergave te onderbreken.
(7) Toets CUE/PLAY
•
Druk op deze toets tijdens het afspelen om naar het laatste opgeslagen CUE-punt terug te keren.
•
Als deze toets wordt ingedrukt terwijl het afspelen werd gepauzeerd, wordt het huidige punt als CUE-punt
opgeslagen.
•
Als de toets langer wordt ingedrukt, start de weergave vanaf het CUE-punt.
Het CUE-punt wordt in de vooruitgangsaanduiding van de software als een witte balk weergegeven.
75