Elektrische Aansluiting - Zibro Carmen Installations-Handbuch

Afbeelding 3:
de vlinderklep. Merk op
dat de vlinderklep los
meegeleverd is.
A
A
B
Afbeelding 4:
achteraanzicht van de
kachel. De vlinderklep
geplaatst op de inlaat van
de verbrandingslucht.
Bevestig een slang of gelijkaardige leiding aan de inlaat voor de verbrandingslucht
aan de achterkant van de kachel (zie afbeelding 3 en 4). Het andere uiteinde van
de slang moet met de buitenlucht verbonden zijn, met de open, verse lucht.
De leiding van de verbrandingslucht kan ook, maar minder bij voorkeur, verbon-
den zijn aan een goed geventileerde aangrenzende ruimte zolang deze ruimtes
geen slaapkamers, garages, opslagruimtes, te kleine ruimtes of andere ruimtes zijn
die een risico inhouden wanneer een afzuigssteem aangesloten wordt op deze
ruimte (de kachel zal lucht uit deze ruimte halen).
Afbeeldingen 3 & 4:
A = Inlaat van de verbrandingslucht (40 mm diameter)
B = Rookgasleiding (80 mm diameter)
Merk op dat de fabrikant, omwille van verbeteringen van het product, zich het
recht voorbehoudt, zonder voorafgaande kennisgeving, wijzigingen aan te bren-
gen in de afmetingen van de inlaatdiameter van de verbrandingslucht en/of van
de rookgasuitlaat. Controleer daarom altijd de werkelijke grootte van de uitlaat
op de eenheid zelf.
Ventilatieopeningen moeten zich dicht bij de vloer bevinden. Kies de plaatsen van
de openingen zorgvuldig. Ventilatieopeningen mogen niet worden geblokkeerd
(binnen noch buiten).
Zorg voor een verse-luchtinlaat in de ruimte met een doorsnede van ten minste
een kwart van de doorsnede van de rookafvoer, met een minimum van 100 cm
Voor kachels geïnstalleerd in ruimten met mechanische ventilatie gelden de vol-
gende richtlijnen:
Capaciteit van mechanische
ventilatie [m /h]
3
<50
50 – 100
101 – 150
• zorg ervoor dat de plaatsing van de inlaat van verse lucht altijd in
overeenstemming is met de plaatselijke wetgeving!
* zorg ervoor dat de inlaat van verse lucht voor verbranding bedekt
is met (bijvoorbeeld) een rooster om te verhinderen dat er dieren in
terechtkomen.
B.3 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Zorg dat u op de hoogte bent van de veiligheidsvoorzorgen en waarschuwingen
die worden vermeld in hoofdstuk A.
De elektrisch aansluiting moet uitgevoerd worden door gekwalificeerde elektri-
sche ingenieurs, met behulp van de meegeleverde kabel en stekker. Zorg ervoor
dat u een stekker gebruikt die de ladingsfactor en spanning aankan zoals aange-
geven in de tabel met technische gegevens (zie hoofdstuk H).
Extra benodigde
ventilatiedoorsnede [cm
140
280
420
.
2
]
2
1
95