Onderhoud En Reparatie - Agria 8100 011 Originalbetriebsanleitung

3. Machine- en bedieningselementen
I
Let erop dat onderstaande informatie over de motor alleen
betrekking heeft op de ingebruikname van de onkruid-
verwijderaar . Alle andere informatie over de motor vindt u
in de bijgeleverde motor-handleiding!
3.1 Bedienings-
elementen
Brandstofkraan
Voor de bediening zie afb.
en handleiding
Toerentalregelaar
Snelheidsstanden:
min - max - choke
Startkabel voor motor-
start
0
Hoogteverstelhendel
met de hoogteverstel-
hendel wordt de werk-
hoogte van de draden inge-
steld:
hiervoor de aanslagbout
voor de onderste positie
overeenkomstig verstellen
bovendien kan snel van
de werkpositie naar de
geheven positie worden
verwisseld
Schakelbeugel
naar onder naar de stuur-
buis getrokken
0
= bedrijfspositie
schakelbeugel losgelaten
= motorstop-positie, de
I
schakelbeugel moet auto-
matisch in de stoppositie
draaien
= veiligheidsschakeling!
3.2 Opvangzak
:
Inhaken
De achterklep omhoog
heffen
De opvangzak met de
zijdelingse pennen in de
opname haken
De achterklep op de
opvangzak leggen
Eraf nemen:
zoals hierboven, maar in
omgekeerde volgorde
3.3 Hijspunten
Om op te tillen, de machine
te verladen en om het touw
aan te hangen voor werken
op hellingen
staafhandvat en de assteun
vooraan voorzien.
W
Enkel goed functio-
nerende verladings-
riemen gebruiken! Nooit
onder hangende ladingen
lopen of blijven staan.
Levensgevaar!
998 408 Type agria 8100 011
4. Ingebruikname
Afstand
4.1 Gevarenzone 4.1 Gevarenzone
W min.
W
3 m
gen zich geen personen binnen
de gevarenzone bevinden.
De gebruiker is op de werkplek
tegenover derden verantwoorde-
lijk - vooral kinderen en dieren!
4.2
4.2
4.2 Motor starten
? ok
? ok
? ok
tank?
2/3 - max
toerentalhendel = Choke
warme motor:
toerentalhendel = 2/3 - max.
2/3 - max
del naar min.
min
4.3
4.3 Motor
4.3
uitschakelen
30 sec.
0
op «min» stand
bescherming tegen onbevoegd
gebruik!
4.4
4.4 Werken
4.4
W
functioneren van de veilig-
heidsschakeling (
5.5), indien deze niet functio-
neert, de motor onmiddellijk
afzetten en laten herstellen!
Gehoorbescherming gebruiken
en draag altijd stevige schoenen.
3/4 -
= 3/4 - "max"
zijn het
4.5
4.5 Werkzaamheden
W
W
op hellingen
max. 20° (36%)
op de helling!

5. Onderhoud en reparatie

Tijdens het starten en
de werkzaamheden mo-
V = Voor iedere inbedrijf-
name controleren
x h = onderhoud steeds
motoroliepeil controleren
na x bedrijfsuren
luchtfilter schoon?
voldoende brandstof in de
bougiestekker plaatsen
5.1
brandstofkraan openen
koude motor:
handleiding motor
motor starten
5.2
handleiding motor
8 h
na het starten toerentalhen-
De machine niet op de
zijkant (olie en brandstof
kunnen in de luchtfilter
geraken en deze beschadigen),
maar enkel naar achteren kan-
telen. Daarvoor eerst de brands-
snelheid ong. 30 seconden
tofkraan sluiten, de opvangzak
eraf nemen en de achterklep
omhoog heffen.
schakelbeugel loslaten
W
5.3
brandstofkraan sluiten
bougiestekker verwijderen –
Controleer voor de
werkzaamheden het
5.4 W
hfdst.
motor starten Kap. 4.2
in werkpositie
toerentalhendel
tot max. 20° (36%)
Werk indien mogelijk dwars
Agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel. +0049(0)6298/39-0 • Fax +49(0)6298/39111 • e-mail: info@agria.de • Internet: www.agria.de
5. Onderhoud en reparatie 6. Storingen opsporen
5. Onderhoud en reparatie
5.5
Voor het verrichten van reinigings-, on-
derhouds- en reparatiewerkzaamheden
0
moet de motor worden afgezet en de
bougiestekker worden verwijderd.
Veiligheidshandschoenen dragen
De scherpe kant van de windvleugels
kan bij onoplettendheid aanzienlijke
I
ver-wondingen veroorzaken. Let er op
dat de schroefbeweging van de richting
van de snijkanten af beweegt. Voor
5.6
bewegingen met de hand, stuk hout
gebruiken!
V
5.1 Motor
I
Onderhoud en reparatie
handleiding m otor!
Voor het verversen van de motorolie raden
we het gebruik van een afzuigpomp aan,
anders dient het apparaat op de zijkant te
5.6
worden gekanteld om de oude olie er door
de vulopening uit te gieten.
daarvoor absoluut de bedie-
ningshandleiding van de motor in acht
nemen!
5.2 Schroeven en moeren
Steeds om de 8 bedrijfsuren alle schroe-
ven en moeren vaster aandraaien
5.3 Vervanging van de
draden
Steeds om de 8 bedrijfsuren de
draadkop en de draden controleren.
De draadkop is zo vervaardigd dat de
voorhanden slagdraden enkel van buiten
in de voorziene roostergaten kunnen
worden gestoken. Wanneer de draden
versleten zijn, worden ze langs binnen
eruit getrokken.
De gebr uiksduur van een set
slagdraden hangt af van de hardheid van
de draden en de aard van bodem.
Harde ondergrond (marmer):
zachte slagdraden (oranje)
Ruwe ondergrond (plaveisel): zaagsla-
gdraden (grijs)
5.4 Vervanging van de
draadkop
W
De draadkop om veiligheids-
redenen enkel door een erkende,
vakkundige garage laten vervangen !
De volgende aanwijzingen zijn be-
stemd voor de vakkundige garage.
Bougiekap verwijderen!
6. Storingen opsporen en verhelpen
Het apparaat naar achter kantelen of op-
tillen. Stori ng
Motors toringen
Zorg voor een stevige basis tijdens de
Motor wordt te
werkzaamheden!
heet
Maak de draadkop vrij van vuil en vreemde
Motor levert te
voorwerpen,
weinig vermogen
Maak de schroef in het midden van de
draadkop los, Teveel vib ratie
Draadkop van de motoras trekken, nieuwe
draadkop op de motoras zetten, schroef
weer vastdraaien.
5.5 Veiligheidsschakeling
V
Controleer het functioneren van de veiligheidsscha-
keling voor iedere ingebruikname en bij iedere on-
derhoudsbeurt:
bij hendelpositie «0» moet de motor in kor-
te tijd tot stilstand komen
wanneer de schakelbeugel wordt losgela-
ten moet deze automatisch in stoppositie
draaien
Indien nodig, de bowdenstelschroef regelen:
Contramoer losmaken
Stelschroef overeenkomstig regelen
Contramoer vastdraaien (borgen)
- Service
5.6 Beschermdoeken
Vóór elke ingebruikname en bij onderhouds- en re-
paratiewerken de beschermkappen links, rechts en
achteraan op slijtage of beschadiging controleren en
indien nodig vervangen.
5.6 Olielek
Op brandstof- en olieverlies letten. Indien een olie-
lek zichtbaar is: onmiddellijk het olielek afdichten en
indien nodig olie bijvullen.
- Service
5.7 Reinigen
Na ieder gebruik moet de onkruidverwijderaar di-
rect grondig met water worden gereinigd, met name
tussen de draden. Alle glijdende onderdelen moe-
ten vervolgens met bio-smeerolie of met bio-smeer-
vet worden ingevet.
Na reiniging met een hogedrukreiniger moet de on-
kruidverwijderaar korte tijd in gebruik worden geno-
men, zodat het binnengedrongen water eruit geslin-
gerd wordt.
De motor mag alleen met een doek worden
afgenomen, en niet met een waterstraal worden
gereinigd!
5.8 Stalling
Wanneer de onkruidverwijderaar langere tijd niet
wordt gebruikt:
de machine grondig reinigen
lak bijwerken
machine kort in gebruik nemen
blanke onderdelen met biologische anti-corrosieo-
lie inspuiten
niet plaatsen in vochtige ruimten, in ruimten waa-
rin kunstmest ligt opgeslagen, in stallen of naastge-
legen ruimten, omdat de kans op roestvorming in
deze ruimten groter is
met een doek of iets dergelijks afdekken
5.9 Vervangstukken
................................................................. Agria-nr.
Bougie ......................................................... 75999
Luchtfilter-element ...................................... 76198
Set slagdraden, oranje .............................. 477000
Set slagdraden, grijs ................................. 477001
Set slagdraden, rood ................................ 477002
Set beschermkappen ............................... 477015
M ogel i j k e oor z a a k O pl ossi ng
zie motor-handleiding
De draadkop wordt geb lokk eerd Vreemde voorwerpen verwijderen, 5.4
door vreemde voorwerpen motoras en draadk op op s chade
c ontroleren
De draadkop wordt geremd door Vreemde voorwerpen verwijderen, 5.4
vreemde voorwerpen motoras en draadk op op s chade
c ontroleren
Beves tigings b outen z ijn los Beves tigings b outen c ontroleren 5.2
evt. natrek ken,
vooral deb eves tiging van de
draden
8