Technische Gegevens - merten INSTABUS-ARGUS Gebrauchsanweisung

V6305-581-02.qxd 28.06.2007
INSTABUS-ARGUS-Aanwezigheidsmelder
Montage:
Let bij de montage van de INSTABUS-ARGUS-Aanwezigheid op het
volgende:
• Monteer het apparaat op een vaste ondergrond om foutieve schakelingen
te voorkomen. Deze kunnen door elke beweging van de detector worden
veroorzaakt.
• Om ongewenst inschakelen van de verbruiker te vermijden dient men de
montageplek zo te kiezen dat de geschakelde lamp niet direct binnen het
waarnemingsbereik van de aanwezigheidsdetector wordt gemonteerd.
• Vermijd montage van het apparaat boven een lamp (bijv. staande lamp).
De warmtestraling van de lamp kan de werking van de detector
beïnvloeden. Ook de lichtmeting kan bij directe lichtinval niet meer
worden uitgevoerd. Als er geschakelde lampen in het waarnemingsbereik
van de INSTABUS-ARGUS-Aanwezigheidsmelder gemonteerd worden, dan
moet bij een hoog aangesloten vermogen tot 3m afstand worden
gehouden.
Montage inbouw:
De in de levering inbegrepen draagring wordt bij inbouwmontage met twee
schroeven aan een installatiedoos maat 60 bevestigd. Voor de
opbouwmontage wordt de draagring in het als accessoire verkrijgbare
opbouwhuis (art.-nr 550619) gemonteerd.
12:11 Seite 23
Montage opbouw:
23
V6305-581-02.qxd 28.06.2007
INSTABUS-ARGUS-Aanwezigheidsmelder
Montage van meerdere apparaten:
Voor het geval dat meerdere apparaten voor het bewaken van grotere
ruimtes of langere gangen naast elkaar worden gemonteerd dient men erop
te letten dat de waarnemingsbereiken van de afzonderlijke detectoren
elkaar niet overlappen. Bij gebruik van de IR-functie dient men te letten op
een ruimtelijke scheiding van de IR-kanalen. Bij montage van meerdere
apparaten voor één bereik dient men hetzij bij elk apparaat verschillende
kanalen (kanaal 1-10 mogelijk) te parametreren, of er mag maar één centraal
apparaat zijn dat alle 10 de kanalen verwerkt.
Voorbeeld aansluiting INSTABUS-ARGUS-Aanwezigheid:
De ARGUS-Aanwezigheidsmelder-busaankoppelaar wordt via een
busaansluitklem aangesloten en op de draagring vastgeklikt.

Technische gegevens

Nominale spanning: DC 24 V (+6 V / -4 V)
Aansluiting aan bus: via busaansluitklem
Stroomverbruik: max. 4,5 mA
Bewakingsbereik: 360°
Aantal niveaus: 5
Aantal zones: 136 met 544 schakelsegmenten
Lichtsensor: traploos, per software van ca. 10 tot 1000 Lux
instelbaar. De door de sensor gemeten waarden
wijken over het algemeen af van de
lichtverhoudingen op de hoofdplek van gebruik (bijv.
werkvlak). De grootte van de afwijking hangt af van
de inbouwplek van de sensor, de aard van de
ruimte (reflexie van lampen, beschildering van de
24
12:11 Seite 24
Bus
+ -
ARGUS
Aanwezigheid