Weka DK26L Betriebsanleitung Seite 46

3.3 Geluidsemissie en vibratie (EN 62841)
De typische A-beoordeelde geluidsdrukpiek bedraagt 86 dB(A).
De typische A-beoordeelde geluidsvermogenspiek bedraagt 99 dB.
Onzekerheid K = 3 dB
De typische beoordeelde versnelling bedraagt 2,5 m/s .
4. V O O R B E R E I D I N G
Controleer of de machine bij het transport niet beschadigd is. Controleer of de voedingsspanning
overeenkomt met de op het typeplaatje aangegeven spanning.
4.1 Elektrische aansluiting
Volgens de nieuwste richtlijnen EN62841-1, EN62841-3-6, moet de elektrische aansluiting van
diamantkernboormachines met watertoevoer in principe via een lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD,
PRCD) plaatsvinden. Dergelijke machines mogen eveneens alleen op volgens de voorschriften geaarde
veiligheidswandcontactdozen worden aangesloten.
Volgens deze bepalingen is de DK26/28/32/34 van een aan de voedingskabel gemonteerde PRCD
ve ilig h eidsschakelaar voorzien. D eze bevat zowel een le k stro o m -b e sc h erm in g , a ls ee n
onderspanningsbeveiliging.
De PRCD moet, nadat de stekker in het contact is gestoken, worden ingeschakeld door op de ON-toets te
drukken. Bij het uitvallen van de stroom schakelt de PRCD uit. Deze moet opnieuw worden ingeschakeld
wanneer er weer stroom is. De activeringsstroom, d.w.z. de lekstroom waarbij de veiligheidsschakelaar
uitschakelt, bedraagt 10 mA.
Attentie: De PRCD mag niet in het water liggen. Het apparaat dient voor het begin van de
werkzaamheden altijd gecontroleerd te worden op een feilloze werking. Gebruik een
diamantkernboormachine nooit zonder RCD of PRCD in een directe aansluiting op het net.
4.2 Wateraansluiting
Sluit de machine via de steeknippel op de waterleiding aan. Attentie: max. waterdruk 3 bar. Gebruik een
GARDENA-koppeling als verbindingsstuk met de machine. Deze is verkrijgbaar bij bouwmarkten en
tuincentra. Gebruik alleen schoon leidingwater, omdat de afdichtingen door vervuild water zeer snel
verslijten.
4.3 Montage in de boorstaander
De veiligheids- en werkinstructies voor de gebruikte boorsteun dienen nauwkeurig in acht
te worden genomen.
De DK26/28/32/34 wordt met de overbrengingsvoet (zie afbeelding) met 4 bouten M8 op de boorstaander
(2) bevestigd. Kies de lengte van de bouten daarbij zo, dat deze minimaal 15 mm worden ingeschroefd.
Zet de machine alleen in een stabiele boorstaander die voorzien is van nauwkeurige geleidingen met
weinig speling.
Let hierbij op dat de as van de machine absoluut parallel aan de zuil van de boorstaander loopt.
Gebruik alleen boorstaanders die genoeg stabiel zijn.
4.4 Netschakelaar (1c) en motorbeveiliging
Na het inschakelen start de motor zachtjes. Bij overbelasting schakelt de motor in pulswerking om de
overbelasting aan te geven. Als het vermogen dan niet wordt verminderd, schakelt de motor na enkele
seconden uit. Na het uitschakelen en het opnieuw inschakelen start de motor opnieuw zachtjes.
Let, voordat u de machine opnieuw inschakelt, op dat de boorkroon licht kan worden gedraaid en dat deze
niet in de booropening klemt.
De motorelektronica kan kortstondig met 260 Volt worden gebruikt (bij 110 Volt machines geldt 140 Volt).
Hogere spanningen echter kunnen tot onherstelbare schade leiden. Let u er op, dat wanneer u de machine
op een generator laat lopen, deze geen hogere spanningspieken ontwikkeld.
4.5 Overbrengingsschakeling
De DK26/28/32/34 beschikt over een overbrengingsschakeling met 3 standen.
Schakel niet met geweld en alleen bij uitloop c.q. bij stilstand van de machine. Kies steeds het geschikte
toerental dat bij de diameter van de boor hoort (zie o.a. de tabel en het vermogensplaatje op de machine).
4.6 Veiligheidskoppeling
2
43